Westelijke Jordaanoever verboden voor linkse activisten

Minister Bennett vaardigt verbanningsbevel uit

Half januari werd links Israël opgeschrikt door weer een nieuw verbod. Minister van Defensie Naftali Bennett van de partij Nieuw Rechts, vaardigde het bevel uit dat leden van de groep Anarchisten tegen de Muur zich niet langer mogen vertonen op de Westelijke Jordaanoever. De groep bestaat uit een dertigtal activisten die deelnemen aan protesten in Palestijnse dorpen als Qaddum, Ni’lin, Bil’in en Bani Saleh. Plaatsen waar wekelijks wordt betoogd tegen de Muur en het afpakken van grond voor joodse nederzettingen.

Door: Maarten Jan Hijmans

Het besluit van Bennett was verrassend. Tot dusver zijn dit soort verbanningsbevelen (banning orders) alleen gebruikt voor een klein aantal uiterst rechtse jongeren uit de kringen van de kolonisten, zoals de groep Hilltop Youth, die ervan verdacht worden branden en vernielingen aan te richten in Palestijnse dorpen en steden. Een nog kleiner aantal van hen werd zelfs uiteindelijk na veel vijven en zessen voor de rechter gebracht.
Maar Bennett wil nu breken met de regel dat alleen aan anti-Palestijnse activisten dit soort verboden kunnen worden opgelegd. In een verklaring zei de minister dat ook linkse activisten daar nu voor in aanmerking komen en hij voegde eraan toe dat de militairen op de Westelijke Jordaanoever orders hebben gekregen om krachtig tegen de Anarchisten op te treden om te voorkomen dat militairen door hen schade zullen lijden. Want ze ruien volgens hem mensen op gebruiken geweld, waarbij eigendommen worden vernield gewond raken. Vrij wonderlijke verwijten, want deze demonstraties zijn nadrukkelijk geweldloos.

Gevangenis

Intussen hebben de Anarchisten van de maatregel om hen te weren nog niets gemerkt. Zoiets moet door de militaire commandant van de Westelijke Jordaanoever in een order worden vastgelegd, en dat is nog niet gebeurd. Maar wel is één anarchist al langdurig in de gevangenis beland. Dat is de activist Jonathan Pollak, een werknemer van de krant Ha’aretz. In januari werd hij in het kantoor van zijn krant opgepakt. Aanleiding daarvoor was een klacht van de rechtse organisatie Ad Kan (Tot hier) uit 1998, dat hij soldaten te lijf zou zijn gegaan tijdens demonstraties in Qaddum, Ní’lin en Bil’in. Burgerlijke organisaties als Ad Kan kunnen tegenwoordig in Israël strafklachten bij rechtbanken aanhangig maken. Over de zaak werd een hoorzitting georganiseerd en Pollak had geweigerd daar te verschijnen. Hij hanteerde het argument dat de rechtbank hierover geen rechtsbevoegdheid had. Volgens hem in de eerste plaats omdat Palestijnse vrienden van hem nooit in de gelegenheid zijn om in de betrekkelijke comfortabele omgeving van een Israëlische rechtbank te worden berecht, en, in de tweede plaats, omdat alle Israëlische rechtbanken de legitimiteit missen om te oordelen over verzet tegen de koloniale Israëlische overheersing. Zijn weigering om bij de hoorzitting te verschijnen leidde tot preventieve hechtenis. De volgende zitting is bepaald op 27 april.

Kloof

De beslissing van Bennett om ook linkse vertegenwoordigers de toegang tot de Westelijke Jordaanoever te ontzeggen is een noviteit. Maar in het kader van de zich steeds meer verdiepende kloof tussen links en rechts en de almaar afnemende ruimte voor links is het natuurlijk maar een klein stapje. Er zijn nog veel ergere dingen, zoals verboden om Israël binnen te komen, waarmee sinds twee jaar ook bestuurders van de Amerikaanse organisatie A Jewish Voice for Peace (JVP) en nog negentien andere Amerikaanse organisaties te maken hebben gekregen. Het thuisland voor joden wil hen niet meer wil ontvangen, omdat zij zich – hoewel zelf joods – achter de boycots van de BDS-beweging scharen. Vele anderen, met Palestijnse achternamen of Palestijnse familie, een activistisch verleden of als gevaarlijk beoordeelde huidige politieke activiteiten, waren hen al voorgegaan.
In 2019 was er de geruchtmakende weigering om de Amerikaanse Congresleden Rashida Tlaib en Ilhan Omar toe te laten op een officieel bezoek aan Israël, aangezien zij als critici van de Israëlische politiek worden gezien. Een ander dieptepunt was dat het Israëlische Hooggerechtshof de uitwijzing staande hield van Omar Shakir, de vertegenwoordiger in Israël van Human Rights Watch. Ook hij zou BDS zou steunen. In werkelijkheid had Shakir alleen gewezen op het onwettige gedrag van ondernemingen die zaken doen met de illegale Israëlische nederzettingen. Daaraan voorafgaande had Israël trouwens ook al jaren bezoeken van onderzoekscommissies van mensenrechtenorganisaties of de VN verhinderd Gaza of de Westelijke Jordaanoever te bezoeken.

Verbod op scholen te spreken

Ook binnen Israël gebeurt er het nodige. Zo wordt het de organisatie Breaking the Silence sinds enige tijd verboden op scholen te spreken, waar deze ex-soldaten een boekje open deden over het onderdrukkende en vaak onwettige optreden van Israëlische militairen. Linkse NGO’s worden op vernederende wijze gedwongen bij iedere kenbaar te maken hoeveel subsidie ze uit het buitenland ontvangen en van wie. En een mensenrechtenorganisatie als B’Tselem krijgt regelmatig het verwijt te horen een landverrader te zijn.
De lijst wordt langer en langer en ‘je speelruimte wordt kleiner’ zoals de organisatie al-Haq niet lang geleden in Den Haag heeft betoogd. Voor Palestijnse organisaties is dit allemaal nog veel erger dan voor Israëlische. Een organisatie als Addameer, die opkomt voor de Palestijnse gevangenen, moet regelmatig voor een jaartje of wat een staflid missen, omdat die in de gevangenis terecht is gekomen. Ook andere organisaties kampen met dat probleem.
Voor de joodse wereld buiten Israël heeft de zich verdiepende kloof nog een extra venijnige dimensie. Die raakt hoe langer hoe meer verdeeld in voor- en tegenstanders van de Israëlische bezetting. Daarbij zijn ook de oude scheidslijnen tussen joden en antisemieten verdwenen om plaats te maken voor een nieuw onderscheid. Antisemiet zijn tegenwoordig diegenen die zich verzetten tegen de bezetting of ze nu joods zijn of niet, terwijl rechtse antisemieten van vroeger nu tot de bondgenoten van Israël zijn gaan behoren. Dat nieuwe onderscheid zal door het verschijnen van het ‘vredesplan’ van de Amerikaanse president Trump vermoedelijk nog verder worden verdiept.