‘Wereldkampioen’ Israël laat Palestijnen ver achter zich in vaccinatierace

Terwijl Israël wereldwijde koploper coronavaccinatie is, moet de eerste Palestijn nog ingeënt worden. Mensenrechtenorganisaties trekken aan de bel, maar Israël schuift de verantwoordelijkheid van zich af. De achterlopende Palestijnse vaccinaties zijn echter niet uitsluitend aan Israël te wijten.

Door: Jan Tourkov – 19/01/2021
Foto: ActiveStills

Israël is momenteel koploper, en zelfbenoemd wereldkampioen, op het gebied van coronavaccinatie. Al meer dan 20 procent van de bevolking, voornamelijk ouderen en zorgmedewerkers, heeft de eerste van twee prikken van het Pfizer-vaccin gehad. Het leger helpt mee, door het hele land wordt gewerkt op pleinen en in stadions. Op sommige dagen worden meer dan 150 duizend mensen gevaccineerd, vele malen meer dan tot nu toe in Nederland.

Maar terwijl Israëlische burgers in razend tempo worden gevaccineerd, wachten de Palestijnse inwoners van de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, in totaal zo’n 4,7 miljoen mensen, nog op het eerste vaccin. Net als overal ter wereld legt de coronacrisis de werkelijke verhoudingen bloot, zoals hier tussen Israël en de Palestijnse gebieden; als het op overleven aankomt is niet iedereen tegelijk aan de beurt. 

Politieke troef

Dat Israël het goed doet is niet zo gek. De overheid is sterk gedigitaliseerd, er is veel geld en het land heeft nauwe banden met de Verenigde Staten, waar het Pfizer-vaccin werd ontwikkeld. En een vaccin is bovendien hoog nodig: met meer dan een half miljoen gevallen en bijna vierduizend doden is Israël relatief zwaar door het virus getroffen. Op dit moment gaat het land richting zijn hoogste piek tot nu toe, met meer dan vijfduizend besmettingen per dag in de afgelopen week.

Voor premier Benjamin Netanjahoe is snelle vaccinatie een politieke troef. Het is opnieuw verkiezingstijd in Israël en Netanjahoe ziet een kans om zich te presenteren als de trouwe beschermer van een land in crisis. Hij stelde al drie strenge lockdowns in, die gecombineerd werden met verregaande restricties voor internationale reizen. Nu wil hij zich als verlosser laten zien met behulp van het vaccin.

In werkelijkheid waren de maatregelen helemaal niet zo rigoureus: Voor de ultra-orthodoxe gemeenschap, een belangrijke electorale bondgenoot voor Netanjahoe, werden allerlei uitzonderingen gemaakt, net als voor Arabische Israëliërs met hun traditioneel grote trouwfeesten. Ook is het verwijt al veelvuldig gemaakt dat Netanjahoe het coronavirus aangreep om het proces wegens corruptie tegen hem te saboteren en om kritische demonstranten van de straat te krijgen.

De situatie wordt bemoeilijkt door de koppige houding van de Palestijnse Autoriteit. Die heeft vorig jaar het contact met Israël grotendeels verbroken uit protest over de Israëlische plannen om delen van de Westelijke Jordaanoever te annexeren.

Verantwoordelijkheid

Net als in Israël heeft het coronavirus ook in de Palestijnse gebieden veel schade aangericht. In totaal zijn er tot nu toe bijna 150 duizend besmettingen geteld en meer dan 1.600 doden. Er is een gebrek aan medisch personeel en hulpmiddelen en met name in de Gazastrook is het vanwege de overbevolking lastig om het virus te bestrijden. De Israëlische regering zegt echter niet verantwoordelijk te zijn voor de vaccinatie van Palestijnen in de bezette gebieden: de Palestijnse Autoriteit moet dat volgens Israël zelf regelen. Mensenrechtenorganisaties als B’tselem en het Amerikaanse IfNotNow zijn het hiermee grondig oneens. Een groep van vijftien Israëlische ngo’s ’s publiceerde op 5 januari een oproep aan de regering om haar ‘plicht en morele verantwoordelijkheid’ jegens de Palestijnse bevolking te vervullen.

De situatie wordt bemoeilijkt door de koppige houding van de Palestijnse Autoriteit. Die heeft vorig jaar het contact met Israël grotendeels verbroken uit protest over de Israëlische plannen om delen van de Westelijke Jordaanoever te annexeren. De Palestijnse Autoriteit heeft Israël nu niet officieel om hulp gevraagd, waardoor het voor Israël des te makkelijker was om de eigen bevolking voor te laten gaan. Intussen beschuldigt de Palestijnse Autoriteit Israël wel van ‘discriminatie tegen de Palestijnse bevolking, door hen van het recht op gezondheidszorg te beroven’, aldus een verklaring van het Palestijnse ministerie van Buitenlandse Zaken op 10 januari.

De Palestijnse bevolking zal waarschijnlijk pas in maart de eerste vaccins krijgen, uit een Palestijnse deal met producent AstraZeneca. Om hoeveel vaccins het gaat is nog niet bekend. Ook wordt gerekend op de speciale WHO-voorraad voor arme landen, al is die in totaal slechts goed voor 20 procent van de Palestijnse bevolking. Pas als er vaccins over zijn zegt Israël ‘te overwegen de Palestijnse Autoriteit te helpen’. Wanneer dat is, wordt niet gemeld. Maar het laat zich raden dat het niet binnenkort zal zijn. Al met al zitten de Palestijnse gebieden nog zonder een degelijke vaccinatiestrategie, terwijl Israël in april al bijna klaar denkt te zijn.

Het is overigens de vraag hoeveel Palestijnen een vaccin uit Israël zouden willen. Een aanzienlijk deel van de Palestijnen heeft een Israëlisch paspoort en heeft daarom wél toegang tot de Israëlische vaccins, maar daar wordt tot nu toe weinig gebruik van gemaakt.

Gezamenlijk probleem

Dat Israël de vaccinatie van de Palestijnse bevolking beschouwt als een stukje overbodige liefdadigheid is vreemd om twee redenen. Ten eerste, omdat het land als bezettende macht volgens het internationaal humanitair recht verplicht is om zorg te dragen voor de gezondheid van de bevolking. Verschillende mensenrechtenorganisaties stellen daarom dat Israël er helemaal niet voor kan kiezen om vaccinatie over te laten aan de Palestijnse Autoriteit. Maar voor Israël is het wellicht veel belangrijker dat het land zelf óók gebaat is bij een coronavrije Palestijnse bevolking. Talloze Palestijnen werken namelijk in Israël en de nederzettingen, en de Israëliërs zijn voortdurend met hen in contact. Als het virus onder Palestijnen blijft rondgaan zal Israël er ook steeds weer mee te maken krijgen. In feite gokt Israël erop dat de Palestijnse Autoriteit haar vaccins elders zal halen.

Het is overigens de vraag hoeveel Palestijnen een vaccin uit Israël zouden willen. Een aanzienlijk deel van de Palestijnen heeft een Israëlisch paspoort en heeft daarom wél toegang tot de Israëlische vaccins, maar daar wordt tot nu toe weinig gebruik van gemaakt. Volgens de Israëlische krant Ha’aretz is het opvallend stil bij een vaccinatiepost in Oost-Jeruzalem, waar veel Israëlische Palestijnen wonen. Dit zou te maken hebben met geruchten van placebo’s en onveilige vaccins, en zelfs verhalen van twee sterfgevallen na vaccinatie. Wanneer Israël vaccins zou verstrekken aan de Palestijnen uit de bezette gebieden, zou zomaar hetzelfde kunnen gebeuren. Het blijkt moeilijk om wantrouwige Palestijnen ervan te overtuigen dat het vaccin veilig is, als het door Israël is verstrekt.

Los van de vraag wie de vaccins moet leveren, is de situatie in de Palestijnse gebieden zorgwekkend. Er zijn nog altijd honderden nieuwe coronabesmettingen per dag. Maar net als in veel andere arme landen is er nog geen uitzicht op spoedige en toereikende vaccinatie. Voor de mensen daar, net als voor coronaslachtoffers wereldwijd, valt het te hopen dat vaccinatie geen race meer zal zijn, maar een gezamenlijke inspanning om een gezamenlijk probleem het hoofd te bieden.