Vierde Gaza-oorlog: begin van een ommekeer?

De recente Gaza-oorlog, de vierde sinds 2008, was anders dan de vorige drie. Want de oorzaak lag ditmaal in Jeruzalem. Ook vonden er hevige rellen plaats in Israël zelf tussen Israëlische Palestijnen en joodse extremisten. Een analyse van Jan van der Putten.

Door: Jan van der Putten – 02/06/2021

Alweer oorlog. Alweer raketten op Israël, alweer bommen op Gaza. En alweer dat verbijsterende verschil in het slachtoffer aantal en de verwoestingen. Niemand weet hoe lang de wapenstilstand zal standhouden. Op het eerste gezicht lijkt er niets veranderd. Maar voor het eerst zijn er belangrijke nationale en internationale verschuivingen. En hoe groter die worden, des temeer komen de wortels bloot van een conflict waarvan de Israëlische regering en de meeste Israëliërs deden alsof het niet meer bestond: het aloude, nimmer opgeloste en hopeloos lijkende conflict van Israël met de Palestijnen.

Op veel terreinen is Israël een land van verbazende vooruitgang. Maar er zijn grote uitzonderingen. Neem de militaire bezetting van de Palestijns gebieden en de kwestie-Gaza, de binnenlandse discriminatie en het politieke systeem. Stuk voor stuk vormen ze grote bedreigingen die Israël nog kunnen opbreken. Toch lijkt er geen enkele beweging in te zitten. Wanneer vonden de laatste serieuze onderhandelingen plaats tussen Israëlische en Palestijnse leiders? In 2008. Hoeveel Gaza-oorlogen zijn er sindsdien gevoerd? Vier. Hoeveel verkiezingen zijn er de laatste twee jaar in Israël geweest? Ook vier, en een vijfde ronde Is niet uitgesloten.

En toch. De jongste Gaza-oorlog was om diverse redenen anders dan de vorige drie. Voor het eerst lag de aanleiding niet in Gaza zelf, maar in Jeruzalem. Daar protesteerden de Palestijnen heftig tegen de voorgenomen verdrijving van zes Palestijnse families uit hun huizen in Oost-Jeruzalem en tegen de bloedige bestorming van de Al-Aqsa-moskee door de Israëlische politie. Intussen liepen joodse demonstranten door Palestijns Oost-Jeruzalem onder het scanderen van de kreet ‘Dood aan de Arabieren’. Hamas gaf Israël een ultimatum om de politie terug te trekken uit Al-Aqsa en de Palestijnse families niet uit hun huis te zetten.

Toen de Israëlische regering niet thuis gaf, begon het raketten te regenen, de eerste zeven in en rond Jeruzalem. Voor het eerst zette Hamas ook militaire drones in en zelfs een onderzeese drone, die een Israëlisch schip of een boorplatform zou hebben opgeblazen als hij niet op tijd was ontdekt. De Hamas-raketten zijn een stuk doeltreffender geworden en reikten verder dan ooit, tot Tel Aviv toe. Maar van de ruim 4300 projectielen – in elf dagen ongeveer evenveel als in de zeven weken van de Derde Gaza-oorlog in 2014 –werd 90 procent door Israëls Iron Dome-afweergeschut onderschept. Iedereen vraagt zich af hoe al die wapens op een geïsoleerde plek als Gaza gebouwd konden worden. Maar alle Hamaswapens bij elkaar zijn nog altijd speelgoed vergeleken met het zware Israëlische hightech oorlogstuig. Dat doodde in Gaza 254 mensen, onder wie 67 kinderen. In Israël vielen dertien doden. Twee van de dertien waren kinderen.

Protesten in bezet gebied

Het optreden van Hamas was niet alleen gericht tegen Israël. Het moest ook indruk maken op de Palestijnse broeders in de bezette gebieden en in Israël zelf. De Hamasleiders waren razend op de Palestijnse president Machmoed Abbas, die kort tevoren de parlements- en presidentsverkiezingen voor onbepaalde tijd had uitgesteld. Het hadden de eerste verkiezingen moeten worden sinds 2005, toen Abbas werd gekozen voor een ambtstermijn van vier jaar. Net als de Israëlische demissionair premier Netanjahoe heeft de 86-jarige Abbas nog maar één doel: aan de macht blijven. Als motief voor de afgelasting voerde hij aan dat Israël de deelname van de Palestijnen in Oost-Jeruzalem had verboden, iets wat Israël ontkent. De werkelijke reden was naar alle waarschijnlijkheid Abbas’ angst dat zijn zwaar verdeelde partij Fatah zou worden verslagen door Hamas of door een van zijn rivalen op de Westoever.

Met het rakettenmachtsvertoon wierp Hamas zich op tot de beschermer van de Palestijnen in Jeruzalem en liet het alle Palestijnen zien wie er voor hun belangen opkwam. De burgers van de Westelijke Jordaanoever waren woest over het afblazen van de verkiezingen waarvoor ze zich massaal hadden laten registreren. Woest waren ze ook op Abbas, een dictatoriale figuur zonder visie en zonder initiatieven die zich muisstil hield terwijl de wereld om hem heen in brand stond. Met duizenden gingen de Palestijnen van de Westelijke Jordaanoever de straat op om te protesteren tegen de Israëlische provocaties in Oost-Jeruzalem en in de Al-Aqsa-moskee. In lange tijd waren de protesten in bezet gebied niet zo hoog opgelaaid. De soldaten van het bezettingsleger schoten niet alleen met traangasgranaten en rubberkogels, maar ook met scherp. Saldo na twee weken confrontatie: aan Palestijnse kant dertig doden en zevenhonderd mensen met kogelwonden, aan Israëlische zijde een paar gewonden en geen doden. Gaza-achtige verhoudingen.

De mythe van de vreedzame co-existentie

De Palestijnen van Israël zelf lieten zich niet onbetuigd. Deze nazaten van de kleine minderheid die zich bij de stichting van de staat in Israël in 1948 niet liet verjagen, waren in alle voorafgaande Gaza-oorlogen rustig gebleven. Bijna altijd hadden ze zich de discriminerende maatregelen tegen hen laten welgevallen, en als ze zich begonnen te roeren smoorde Netanjahoe de onrust in de kiem. Het zijn tweederangsburgers wier inferieure status is vastgelegd in van het joodse volk’, alsof de minderheden niet bestaan.

Met 21 procent van de bevolking vormen de Palestijnse Israëliërs – door hun joodse landgenoten in de regel ‘Arabieren’ genoemd, vaak met een racistische ondertoon – de grootste minderheid. Hun maatschappelijke kansen zijn een stuk kleiner dan die van hun joodse medeburgers. De staat behandelt hen als stiefkinderen. Gemeenten met veel Palestijnse inwoners krijgen minder geld van de overheid. Palestijnse Israëliërs hebben minder toegang tot gezondheidszorg, onderwijs en huisvesting. Gemiddeld zijn ze armer, de politie waakt nauwelijks over hun veiligheid, voor een lening kunnen ze vaak alleen bij woekeraars terecht. Geen wonder dat de Palestijns-Israëlische gemeenschap wordt geteisterd door een golf van ongestrafte moorden en andere vormen van criminaliteit.

De verregaande verrechtsing van Israël heeft de Palestijnse Israëliërs nog verder in de hoek gedrukt. Joodse groepen vestigden zich in ‘Arabische’ steden om hun verjoodsing te bevorderen. Palestijnse parlementariërs werden door hun joodse collega’s uitgemaakt voor handlangers van de terroristen, voor Trojaanse paarden die nooit en te nimmer regeringsverantwoordelijkheid mochten dragen. Netanjahoe zelf ontpopte zich als meester-haatzaaier tegen de ‘Arabieren’. Racisme werd een ingrediënt van de mainstream-politiek. Een partij van racistische vechtersbazen, politieke erfgenamen van de rechtst-extremistische rabbijn Meir Kahane die het liefst alle Arabieren dood wilde, kwam dankzij Netanjahoe in het parlement. Hun leider, Itamar Ben-Gvir, richtte vlakbij de te ontruimen huizen in Oost-Jeruzalem een ‘parlementair bureau’ in.

Dat de Palestijnse Israëliërs ooit nog eens solidair zouden kunnen worden met hun broeders in bezet gebied was voor de meeste joodse Israëliërs onvoorstelbaar. Ze hadden het toch veel beter dan de Palestijnen in Judea en Samaria, de Westelijke Jordaanoever? Het uitbreken van de opstand kwam dan ook als een complete verrassing.Alle vernederingen en provocaties leidden in Lod, Akko , Nazareth en andere steden en dorpen met een Palestijnse bevolking tot een uitbarsting van wederzijdse haat, die afrekende met de mythe over vreedzame co-existentie in de democratie die Israël nog altijd beweert te zijn.

De heftige rellen, de veldslagen, het bloedvergieten, de vernielingen en brandstichtingen over en weer gingen vier dagen door. De politie kreeg versterkingen, in Lod en Jaffa ook in de vorm van honderden gewapende kolonisten van de Westelijke Jordaanoever, die maar al te graag Arabiertje kwamen rammen. Politie en geheime dienst kamden met groot machtsvertoon de opstandige steden uit. Bijna alle arrestanten waren Palestijnse Israëliërs, want joodse Israëliërs die geweld hadden gebruikt zouden slechts uit zelfverdediging hebben gehandeld. Scènes van verbroedering tussen de beide bevolkingsgroepen waren hartverwarmend, maar niet representatief. In beide kampen gaan de haatexplosies door, en opnieuw hebben kolonisten de Al-Aqsa-moskee bestormd.

Politiek gekonkel

Voor een vermindering van de spanning is een radicaal andere politiek vereist. Op dat punt is van Netanjahoe niets te verwachten. De manstaat niet bekend als vredestichter. Bovendien heeft hij andere besognes : koste wat kost premier blijven teneinde zijn regeringsprogramma te verwezenlijken. Dat bestaat uit slechts één punt: een wet laten aannemen die hem immuniteit geeft in zijn drie corruptiezaken. Maar verkiezing na verkiezing lukte het hem niet aan een meerderheid te komen. Ook na de vierde verkiezing, afgelopen maand maart, slaagde hij er niet in een coalitie te vormen. Want daarvoor was de steun nodig van een klein Arabisch partijtje, Ra’am, en dat was volkomen onbespreekbaar voor een extreemrechtse partij van Arabierenhaters, die voor een meerderheid net zo onmisbaar was. Daarna kreeg Yair Lapid van de centrumpartij Jesj Atid de formatieopdracht. Die bracht alle tegenstanders van Netanjahoe, van uiterst rechts tot links plus Ra’am, bij elkaar in het ‘veranderingsblok’. Bepaald hecht was dat blok niet: zodra de Gaza-oorlog uitbrak viel het uiteen.

Sommigen zeggen dat Netanjahoe de oorlog opzettelijk heeft uitgelokt, om in zijn beproefde rol van ‘Mr. Security’ het verdeelde volk weer rond zijn troon te verenigen. Voor Netanjahoe is het bestaan van Hamas een politieke zegen: de beweging is een ideale vijand en tegelijk een excuus om niet over vrede te hoeven onderhandelen. Netanjahoe zelf ontkent natuurlijk dat hij iets met de uitbarsting van de oorlog te maken heeft. Daarin wordt hij bijgevallen door minister van Defensie Benny Gantz, die in het demissionaire kabinet tevens plaatsvervangend premier is. Tijdens de oorlog schijnen die twee politieke vijanden wonderwel te hebben samengewerkt, net als de vorige keer zeven jaar geleden. Na het sluiten van de wapenstilstand werd het politieke gekonkel weer volop hervat.

Op 2 juni liet formateur Lapid op het laatste moment president Rivlin weten dat hij een kabinet van acht partijen in elkaar had weten te zetten. Zelden zal een coalitie zo’n onthutsend allegaartje zijn geweest als de nieuwe Israëlische regering, waarin ultrarechtse ex-ministers van Netanjahoe zij aan zij zitten met centristen, sociaal-democraten, socialisten en, een absolute primeur, het conservatieve Arabische partijtje Ra’am. Zelden zal een politicus die zo weinig zetels (zeven) had behaald als de extreemrechtse zionistische kolonistenvoorman Naftali Bennett tot premier zijn gepromoveerd. Lapid heeft zich ondanks zijn zeventien zetels tevreden gesteld met het plaatsvervangend premierschap, met recht op opvolging na twee jaar.

Het belangrijkste kenmerk van dit kakelbonte gezelschap, dat met 61 van de 120 zetels aan een ragfijn politiek draadje hangt, is de afwezigheid, voor het eerst sinds twaalf jaar, van Benjamin Netanjahoe. De afkeer tegen Israëls langstzittende premier is het enige wat de acht partijen bijeenhoudt. Na het wegvallen van dit bindmiddel lijkt ontbinding van de tegennatuurlijke coalitie nog maar een kwestie van tijd. Maar niets is zeker zolang de nieuwe regering nog niet het vertrouwen van de Knesset heeft gekregen en de ministers niet zijn ingezworen. Netanjahoe zal geen steen onberoerd en geen belofte ongebruikt laten om een regering-Bennett te torpederen nog voordat ze is aangetreden. Hij heeft daarvoor maar één overloper nodig.

De Abraham-Akkoorden: business as usual

De Israëlische provocaties tegen de Palestijnen en de meedogenloze bombardementen op Gaza deden de vraag rijzen: zouden de Abraham-Akkoorden het houden? Vorig jaar knoopte Israël diplomatieke relaties aan met vier moslimlanden: de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein, Soedan en Marokko. In deze alliantie tussen Arabische autocratieën en de militaire reus Israël gaat het om business, wapendeals en de vorming van een gezamenlijk front tegen de gemeenschappelijke vijand Iran. Trump zag deze akkoorden als het kroonjuweel van zijn –rampzalige – buitenlandse politiek. Een juweel overigens waarvoor hij grof had betaald met onder meer de levering van gevechtsvliegtuigen aan de VAE, het schrappen van Soedan van de Amerikaanse lijst van terreursponsors en de erkenning van de Marokkaanse aanspraken op de Westelijke Sahara.

Voor Netanjahoe vormden de Abraham-Akkoorden het bewijs dat een regeling van het conflict met de Palestijnen geen voorwaarde was om relaties met Arabische staten te vestigen. Voor de Palestijnse Autoriteit was dat een dolkstoot in de rug. De Palestijnse zaak leek voorgoed verloren. Na het uitbreken van de oorlog kwamen Israëls nieuwe buitenlandse moslimvrienden met gematigd boze verklaringen – en daar bleef het bij. Ze gaven Irans vriend Hamas er veel steviger van langs. De Emiraten boden aan te bemiddelen en dreigden Hamas met sancties. Het zal nu wel wat langer duren voordat ook Saoedi-Arabië de relaties met Israël normaliseert, maar na de oorlog is het tussen de Abraham-landen weer business as usual.

Biden: conflict managen, niet oplossen

En de Verenigde Staten, hoe hebben die op de Vierde Gaza-oorlog gereageerd? Voor Biden kwam het uitbreken van het conflict als een vervelende verrassing, want na Trump met zijn bombastische ‘deal van de eeuw’ heeft het Witte Huis zijn aandacht resoluut verlegd naar China en Rusland. Het Midden-Oosten met zijn eindeloze conflicten heeft een lage prioriteit, met uitzondering van Iran. Biden herinnerde zich dat Obama direct na het begin van de Derde Gaza-oorlog had opgeroepen tot een wapenstilstand, maar daarmee Netanjahoe alleen maar tegen de haren had ingestreken. In plaats daarvan herhaalde Biden, bepaald geen vriend van Netanjahoe, tot boosheid van zijn progressieve partijgenoten het belegen mantra over Israëls recht op zelfverdediging, al drong hij wel aan op terughoudendheid.

Met het bombardement op een gebouw waarin de persagentschappen Associated Press en Al Jazeera kantoren hadden, was voor Biden een rode lijn overschreden. Hij eiste een snelle de-escalatie, waarna hij Netanjahoe nog vier keer belde om haast te maken. Ook belde hij Abbas en Trumps meest geliefde dictator, de Egyptische leider al-Sisi, omdat deze de enig mogelijke bemiddelaar was. Egypte heeft immers diplomatieke relaties met Israël en kan het tegenwoordig wat beter vinden met Hamas, lid van de internationale Moslimbroederschap waartoe ook de door al-Sisi ten val gebrachte president Mohamed Morsi behoorde. Na veel heen-en-weergebel werd na elf dagen oorlog de wapenstilstand van kracht, nog op tijd om het beide partijen mogelijk te maken zichzelf tot overwinnaar uit te roepen. Ultrarechts Israël was echter teleurgesteld. Netanjahoe kreeg uit die hoek het verwijt dat hij niet met een nog bottere bijl had gehakt en voor eens en altijd Hamas mores had geleerd.

Minister Blinken van Buitenlandse Zaken bezocht Jerusalem, Ramallah, Caïro en Amman om de wapenstilstand te laten beklijven, de Palestijnse Autoriteit een steuntje in de rug te geven, de Israëlhaters in de regio ervan te doordringen dat er pas vrede zal zijn als ze het bestaansrecht van Israël erkennen, en om Israël duidelijk te maken dat Washington blijft vasthouden aan een tweestatenoplossing. Dat betekent niet dat Biden zijn tanden gaat stukbijten op weer een nieuwe Amerikaanse bemiddelingspoging. Het conflict managen is voor hem genoeg.

Daartoe is de al eerder herstelde Amerikaanse hulp aan de Palestijnen verhoogd tot honderd miljoen dollar en gaat het door Trump gesloten Amerikaanse consulaat in Jeruzalem – een verkapte diplomatieke vertegenwoordiging bij de Palestijnse Autoriteit– weer open. De overbrenging van de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem wordt echter niet ongedaan gemaakt, en de erkenning van de inlijving van de Golan-hoogvlakte vooralsnog ook niet. En met Hamas, dat de VS als een terroristische organisatie zien, wil ook Biden niets te maken hebben. De hulp van 75 miljoen dollar die Amerika wil geven voor de zoveelste wederopbouw van Gaza moet buiten Hamas omgaan. Hoe dat dan moet, weet niemand.

Afkalvende Amerikaanse steun

De Israëlische bombardementen op Gaza hebben in de wereld veel protesten uitgelokt. Vermoedelijk hebben de Palestijnen kunnen ‘profiteren’ van het Black Lives Matter-effect. De VN-raad voor de mensenrechten heeft besloten in Gaza en Israël een onderzoek in te stellen, een ‘schandalige’ beslissing volgens Netanjahoe. De Israëlische overkill heeft ongetwijfeld bijgedragen aan het vooral in de VS opgelaaide antisemitisme, dat door Biden streng is veroordeeld. Maar ook onder Biden zal Amerika zijn bondgenoot Israël wapens blijven leveren. Het arsenaal Iron Dome-raketten, dat tijdens de laatste oorlog flink is aangesproken, zal door de VS worden aangevuld. De VS geven Israël jaarlijks 3,8 miljard dollar aan militaire hulp. Biden heeft nieuwe wapenleveranties goedgekeurd ter waarde van 735 miljoen dollar – een fractie van het voor de wederopbouw van Gaza uitgetrokken bedrag. Dat zouden kleine precisiebommen moeten zijn die collateral damage moeten beperken.

Maar de Amerikaanse steun voor Israël – of beter gezegd voor het beleid van Netanjahoe – is aan het afkalven, ook in Bidens eigen Democratische Partij. Senatoren en Congresleden die hun leven lang pro-Israël zijn geweest, zijn uiterst kritisch geworden. Een groep progressieve Democraten onder leiding van Bernie Sanders wil dat Amerika niet meer in de wilde weg militaire hulp geeft, maar uitsluitend op voorwaarde dat de wapens niet tegen Palestijnen of burgerdoelen worden gebruikt. Vooralsnog zullende Democratische rebellen niet aan het langste eind trekken, maar hun kritiek is tekenend. Zelfs onder de evangelische christenen, die massaal Trump steunden en er een doorgedraaide pro-Netanjahoe-politiek voor terugkregen, is de populariteit van Israël sterk teruggelopen, met name onder de jongeren. Dat is slecht nieuws voor Netanjahoe en de zijnen, die nog maar kort geleden de Evangelicals hadden uitgeroepen tot de belangrijkste Amerikaanse steunpilaren van Israël. Joodse Amerikanen hebben zich immers in meerderheid afgekeerd van Netanjahoe en zijn machinaties.

Vaak wordt het uitblijven van enige vooruitgang in het Israëlisch-Palestijnse conflict gelijkgesteld met de status quo. Dat is onjuist: de toestand blijft niet hetzelfde maar gaat steeds verder achteruit in het nadeel van de Palestijnen. De jongste ontwikkelingen in Israël en Amerika kunnen het begin vormen van een ommekeer.