Interactieve kaarten van B’Tselem tonen gevolgen bezetting

52 jaar schending Palestijnse mensenrechte

‘Verover en verdeel’, met deze omdraaiing van een bekende spreuk uit de oudheid presenteert B’Tselem, het Israëlische informatiecentrum voor mensenrechten in de bezette gebieden, een website met interactieve kaarten. De lancering afgelopen juni markeert het begin van het 53e jaar van de bezetting. Wat de kaarten laten zien wordt mooi samengevat in de ondertitel van het project, ‘De verbrijzeling van de Palestijnse ruimte door Israël’.

Door: Sjifra Herschberg – 05/07/2019

Wie surft naar Conquer and Divide krijgt een serie kaarten aangeboden, gerangschikt naar periodes in de tijd, die alle maatregelen laten zien die de staat Israël sinds 1967 heeft genomen om de rechten en vrijheden van de Palestijnen consequent in te perken. Het gaat daarbij om de annexatie van Oost-Jeruzalem, het overnemen van land door het creëren van gesloten militaire zones, natuurreservaten en door herklassering als staatsland, het bouwen van nederzettingen plus bijbehorende toegangswegen en buitenposten, het inrichten van roadblocks, checkpoints, de instelling van een gecompliceerd systeem van toegangs-pasjes en-vergunningen, het afsluiten van de Gaza-strook met een hek en het inperken van de zeerechten, en het bouwen van de scheidingsbarrière op de Westelijke Jordaan-oever en in Oost-Jeruzalem.
Veel van deze maatregelen zorgen bovendien voor een stapeleffect, waar-door als je scrollt door de kaarten pijnlijk duidelijk wordt op hoeveel manieren in de loop der jaren de bewegingsvrijheid van Palestijnen is ingeperkt, nog los van juridische maatregelen, huizenverwoestingen en geweld van leger en kolonisten.
De indrukwekkende hoeveelheid data die in de kaarten zit verwerkt, is in de loop der jaren voornamelijk door B’Tselem zelf vergaard. Dat vertelt B’Tselem-medewerker en woordvoerder Amit Giloetz telefonisch vanuit Jeruzalem. De behoefte aan betrouwbare onafhankelijke informatie over de bezetting was ruim dertig jaar geleden, tijdens de eerste Intifada, aanleiding B’Tselem op te richten. Daarnaast zijn gegevens gebruikt die werden verzameld door Vrede Nu en de UNRWA (United Nations Relief and Works Agency for Palestine). ‘Juist omdat het gaat om onze geloofwaardigheid springen we uiterst voorzichtig om met onze onderzoeksresultaten. Als er maar een spoortje twijfel bestaat aan de juistheid van de gegevens, dan publiceren we niet.’

Voorvallen, zoals bijvoorbeeld het verwonden of doden van Palestijnen op de bezette Westelijke Jordaanoever, maar ook andere mensenrechten- schendingen, worden door lokale (Palestijnse) onderzoekers en rappor- teurs gemeld aan de hand van getuigenverklaringen, documenten, medische rapporten, foto- en film- materiaal en doorgestuurd naar het B’Tselem-kantoor in Jeruzalem. Daar wordt het materiaal door verschillende teams van specialisten uitgebreid en herhaaldelijk onderzocht en vergeleken op tegenstrijdigheden voordat het openbaar wordt gemaakt en opgeslagen in de uitgebreide databases van de organisatie. Juist vanwege die zorgvuldige procedures wordt de informatie van B’Tselem ook internationaal betrouwbaarder geacht dan die van officiële Israëlische bronnen, inclusief de berichtgeving in de meeste Israëlische media. Giloetz: ‘Wij maken alleen openbaar wat we honderd procent zeker achten. Dat is precies de reden waarom wij worden aangevallen door de overheid en veel anderen. Er is een lastercampagne tegen ons gaande, de joden onder ons zijn “verraders” of “antisemieten” of beide, de Palestijnse medewerkers al gauw “terroristen”. Maar gelukkig krijgen we internationaal veel waardering en prijzen.’ Niet alleen het beeld van het heden is ontluisterend, ook het toekomstbeeld dat het project schetst is niet hoopgevend: ‘Na meer dan vijftig jaar is het onmogelijk door te gaan met het afschilderen van de bezetting als een tijdelijke situatie.’ Giloetz licht deze uitspraak toe: ‘Het streven van alle Israëlische regeringen tot nu toe is erop gericht geweest zo veel mogelijk land te behouden met zo min mogelijk Palestijnen er op. De bezetting is nooit bedoeld als tijdelijk, maar als diepgewortelde controle over het land zonder verantwoordelijkheden te hoeven nemen of rechten toe te kennen. En in september zal na de verkiezingen ongetwijfeld een nieuwe regering aantreden die daar mee doorgaat.’
De enige oplossing die Giloetz ziet is dat de internationale gemeenschap Israël blijft aanspreken op zijn gedrag. ‘Israël ziet zichzelf graag als democratie en als lid van de democratische wereld. Die wereld treedt Israël behoorlijk welwillend tegemoet, het betaalt geen prijs voor zijn schendingen van mensenrechten. Het enige wat helpt, is druk uitoefenen. Hoe, dat moet de internationale gemeenschap zelf uitmaken, wij zijn geen diplomaat en doen geen aanbevelingen. Maar er moet een einde komen aan de bezetting en wij zijn ervan overtuigd dat dit zal gebeuren. Daar waar de internationale gemeenschap echt grenzen stelt, zoals bijvoorbeeld bij de plannen voor het volbouwen van het E-1 gebied bij Oost-Jeruzalem (waardoor Oost- Jeruzalem zou worden afgesneden van de rest van de Westelijke Jordaanoever, die bovendien in tweeën zou worden gehakt- red), zie je dat Israël onder druk wel degelijk terugkrabbelt. Dus het kan wel.’ Het probleem is alleen dat de internationale gemeenschap last heeft van slappe knieën. Giloetz: ‘Er ligt een VN-Veiligheidsraadresolutie 2334, die duidelijk stelt dat de nederzettingenactiviteiten in flagrante strijd zijn met het internationale recht en dat Israël zijn verplichtingen als bezettingsmacht onder de Vierde Geneefse Conventie moet nakomen. Het probleem is alleen dat niemand Israël dwingt om die resolutie uit te voeren.’