Geen ruimte voor hoop of vrolijkheid

‘Of Land and Bread’ toont de bezetting in haar meest ruwe vorm

Op 24 november ging de documentaire ‘Of Land and Bread’ in première op het IDFA. Regisseur Ehab Tarabieh maakte uit het video-archief van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem, een ongewone documentaire over de bezetting. Een happy end ontbreekt. ‘Ik wil de kijker meenemen in de woede die ik voel.’

Door: Rick Meulensteen

‘Geef me de helft van je land’. De joodse kolonist in de openingsscène van Of Land and Bread is bloedserieus. ‘Dit is Israël. Dit land is gegeven aan het volk van Israël,’ roept hij, luider en luider. De Palestijnse boeren, de eigenaren van het land, bewaren hun kalmte. Ze bieden hem de mogelijkheid aan om wat brood van hen te kopen. De kolonist wuift het aanbod weg. Hij wil maar één ding. De documentaire is dan nog maar net begonnen.
Deze scène is een van vele die ik een paar dagen later bespreek met Ehab Tarabieh, de regisseur. Tarabieh, goedlachs en vriendelijk, werkt al vele jaren voor B’Tselem, Israëls meest gerenommeerde mensenrechtenorganisatie. Als er iemand de absurditeit in de bezette Palestijnse gebieden begrijpt, is hij het wel. Als verantwoordelijke voor het immense video-archief van de organisatie, heeft hij meer dan 5.000 uur aan video-materiaal voorbij zien komen. Gefilmd door doodnormale Palestijnen, die de camera tot wapen maken om misstanden te documenteren.
‘Palestijnen hebben de status quo geïnternaliseerd. Dat betekent, dat zij zich bewust zijn van de positie die ze in dit soort situaties, waarbij een kolonist hen confronteert, hebben. Als ze boos worden, de kolonist wegduwen van hun land – wie weet wat er dan gebeurt. De kolonisten hebben wapens. Het Israëlische leger ook. Dus de Palestijnen blijven kalm.’
Tarabieh vertelt het als een voldongen feit, ogenschijnlijk kalm. Maar achter die kalmte schuilt woede, ook na zoveel jaren werken in de bezette Palestijnse gebieden. Het is een woede, zo vertelt hij, die hij met zijn documentaire wil overdragen. Dat is goed gelukt.

Pure minachting

Met enige tegenzin neem ik op de zondag voor ons interview plaats in Pathé Tuschinski, voor de wereldwijde premiere van Of Land and Bread tijdens het IDFA. Die tegenzin vloeit voort uit een ongemak dat ik heb ontwikkeld over documentaires en films over Israël en Palestina. Het is vaak hetzelfde verhaal van tegenslag, van weinig hoop, van een herhaling van zetten en informatie. De situatie lijkt, ogenschijnlijk, onveranderbaar.
Of Land and Bread verandert weinig aan die tegenzin. In tegendeel. De film beslaat anderhalf uur materiaal waarin Israëlische militairen en kolonisten Palestijnse burgers met pure minachting behandelen. De ene na de andere scène van ruw materiaal, gefilmd met camera’s geleverd door B’Tselem, geven een misselijkmakend beeld van wat voor vele Palestijnen een dagelijkse realiteit is. We zien kolonisten die Palestijnse families in het midden van de nacht terroriseren. We zien de arrestatie van een 5-jarig jongetje dat, beschuldigd van het gooien van een steen, weggevoerd wordt door een aantal soldaten. We zien invallen van Israëlische militairen in Palestijnse huizen in het holst van de nacht, als oefening, zo blijkt. We zien een Palestijnse jongen tijdens een van die invallen, slaapdronken op de bank, kijkend naar de zwaarbewapende en gemaskerde soldaten die net daarvoor in zijn slaapkamer stonden, en die hem ondervragen in het Hebreeuws – een taal die hij niet machtig is. In een volgende scène, net nadat de militairen zijn vertrokken, begint de jongen plotseling te schreeuwen en te huilen. Zijn vader probeert hem te kalmeren, zonder een verklaring te kunnen geven voor wat er zojuist is gebeurd.
Choquerend is het gemak waarmee soldaten en kolonisten uiting geven aan hun minachting. ‘Velen van hen willen worden gefilmd. Ze denken dat ze het juiste doen,’ legt Ehab uit.

Still uit ‘Of land and bread’

Geen normale documentaire

Tarabieh’s documentaire is geen normale documentaire. Zo is er geen voice-over en geen tekst, op een paar titels tussen scenes na. Dat is bewust gedaan. ‘Ik wil de kijker ongemakkelijk maken. Geen context, maar confronteren. Ik wilde ook geen kitsch-film maken, waarbij slachtoffers praten over hun gevoelens. Ik wil de kijker juist meenemen in de woede die ik op voelde borrelen na het zien van duizenden uren aan ruw materiaal, gefilmd door onze vrijwilligers. Ik wil geen moment rust bieden.’ Dat neemt niet weg dat de incidenten die Tarabieh laat zien, geselecteerd zijn om een verhaal te vertellen. ‘Ik wilde laten zien waar B’Tselem zich in Palestina het meeste mee bezighoudt. Geweld door kolonisten, geweld bij arrestaties, intimidatie, de inname van land en huizen, de arrestatie en detentie van kinderen.’
Je zou kunnen zeggen dat juist dit ruwe materiaal geen ruimte biedt om ’het hele verhaal’ te tonen. Wat gebeurde er daarvoor, en wat erna? Is wat we zien, wel echt gebeurd? Tarabieh glimlacht. ‘Al het materiaal dat ik heb gebruikt is terug te vinden op YouTube, op social media, in het nieuws. Al deze incidenten hebben we, als B’Tselem, onderzocht. Juist omdat de Israëlische regering nogal snel, als verweer, het verwijt maakt dat we videos manipuleren of bewerken, of zelfs acteurs zouden inhuren.’
Het is niet het enige verwijt dat de regisseur uit de door Israël bezette Golan Hoogvlakten krijgt. De dag voor ons interview is Tarabieh aanwezig bij een film over een Syrisch vluchtelingenkamp. Een zware documentaire, met echter enkele kleine momenten van geluk. ‘Iemand die aanwezig was vroeg me waarom ik niet zulke kleine momenten in Of Land and Bread had verwerkt. Ik vertelde hem dat het ontbreken van die momenten mijn manier is om de waarheid te tonen. Waarom moet ik emotionele, vrolijke momenten laten zien terwijl er zich een ramp voltrekt? Ik hou er niet van. Het materiaal heeft me hier naartoe geleid.’ En op die plek, wil Tarabieh maar zeggen, is er geen ruimte voor hoop noch vrolijkheid.

Intimidatie-campagne

Jaren geleden bracht ik, samen met een groep kinderrechten-experts, een bezoek aan Israël en de Palestijnse gebieden, om inzicht te verkrijgen in de situatie rond de arrestatie en detentie van Palestijnse kinderen door de Israëlische militaire autoriteiten. Een van de gesprekken die me het meest is bijgebleven was een lokale kinderrechten-expert die het mechanisme achter de vele huiszoekingen en korte detenties uitlegde.
Hij vertelde dat deze bezetting er niet een is van constant extreem geweld. De bezetting heeft de vorm aangenomen van een al decennia durende intimidatie-campagne, bedoeld om de bevolking volgzaam te maken. Een huiszoeking die niet meer dan twintig minuten duurt, en waarbij niemand gewond raakt, verdwijnt in een berg van statistieken. Maar het is juist dit alledaagse geweld, waar elk jaar duizenden Palestijnen mee geconfronteerd worden, dat een diepe psychologische impact heeft op opeenvolgende generaties. Dát is de daadwerkelijke verwoesting die de bezetting met zich meebrengt.
‘Het zijn juist deze “nuances” die de gemiddelde Palestijn bijblijven’, zegt ook Ehab. ‘Er zijn kinderen die elke dag langs een checkpoint moeten lopen, en zich elke dag weer moeten afvragen wat er bij dat checkpoint zal gebeuren. En het erge is: het wordt langzamerhand normaal. Ik heb met Palestijnse arbeiders gesproken die blij waren toen de procedures bij Qalandia [een bekend checkpoint – RM] werden verkort. Nu hoefden ze niet meer zes uur te wachten, maar nog maar twee. Dat is het gevaar van zo’n langdurende bezetting: dat wat we onder andere omstandigheden absurd zouden vinden, beginnen we normaal te vinden.’

Still uit ‘Of land and bread’

De camera beschermt

Het verhaal van Tarabieh is ontluisterend. Zo ontluisterend , dat de vraag zich opdringt waarom hij überhaupt de moeite neemt om een documentaire te maken die vooral als boodschap lijkt te hebben dat de situatie in Palestina uitzichtloos is. Sterker nog: het was Tarabieh zelf die bij de première, als antwoord op een vraag vanuit het publiek, aangaf dat de situatie alleen maar verder aan het verslechteren is. Wat voor nut heeft al dit mensenrechten-activisme dan nog?
Tarabieh: ‘Het werk van B’Tselem heeft zeker nut. Zo weten we niet wat de toekomst ons zal brengen. Zal Israël de Westelijke Jordaanoever officieel annexeren? Zal er een nieuwe situatie ontstaan, die op vele manieren herinnerd aan het Zuid-Afrika van de Apartheid? De documentatie die we nu aanleggen, kan juist dan aan belang winnen.’ Daarnaast dient B’Tselem als een spiegel voor de gemiddelde Israëli, die volgens Tarabieh nog altijd niet goed op de hoogte is van wat er daadwerkelijk in bezet gebied gebeurt. En tenslotte weet de organisatie nog altijd individuele Palestijnen te beschermen tegen de uitwassen van de bezetting. ‘Elke Palestijn die door ons video-project tegen arrestatie wordt beschermd, is een overwinning voor ons.’
Dat is volgens Tarabieh niet alleen een wens, maar ook een realiteit. ‘We zien dat de camera Palestijnen soms beschermt. Dat militairen zich anders, netter gedragen. Dat is natuurlijk ook weer niet altijd zo: in de documentaire zit een fragment van een vrijwilliger van B’Tselem die met grof geweld gearresteerd wordt terwijl hij op een openbare plek aan het filmen is. Maar in de meerderheid van de gevallen biedt het wel degelijk bescherming.’

Impact

B’Tselem probeert de Palestijnse vrijwilligers die voor de organisatie filmen en van wie de beelden in Of Land and Bread te zien zijn, normale burgers die vaak dichtbij joodse nederzettingen wonen, zoveel mogelijk bij te staan en te betrekken bij haar werk. Belangrijk is dat de vrijwilligers zelf besluiten waar en wanneer ze filmen. ‘We sturen hen niet op een missie. We willen niet dat zij, door ons, in mogelijk gevaarlijke situaties terechtkomen en gewond raken.’ Dat neemt niet weg dat de meeste vrijwilligers bijna overal hun camera mee naartoe nemen. Ook omdat de realiteit nou eenmaal zo is dat op elke plek waar ze komen, geweld en misstanden kunnen plaatsvinden.
In 2009 liet het Israëlische leger weten dat het Palestijnen is toegestaan overal op de Westelijke Jordaanoever te filmen, zolang zij daarbij geen soldaten in de weg lopen. Soldaten mogen dus niet zomaar vrijwilligers vragen te stoppen met filmen, ook al gebeurt dat soms wel. Mochten vrijwilligers gearresteerd worden, dan staat B’Tselem klaar met advocaten om hen bij te staan.
Daarnaast worden vrijwilligers regelmatig bijgepraat over de impact die hun beelden hebben gehad, in Israël, Palestina maar ook internationaal. Zij worden ook zoveel mogelijk betrokken bij discussies over hoe en bij welke media de beelden verspreid moeten worden. ‘De coördinator van ons camera-project heeft wekelijks contact met onze vrijwilligers. We weten precies waar onze vrijwilligers wonen, hoe het met ze gaat, en we laten hen weten wat we met hun materiaal doen, ook als het in het archief verdwijnt.’

‘Je begeeft je op een vulkaan’

Tegen de achtergrond van de indringende beelden die we zien in Of Land and Bread – lopend, schuin, onscherp gefilmd – is klassieke muziek te horen, die langzaam aan intensiteit wint. Het is de Sarabande van Händel, een muziekstuk geïnspireerd op de sarabande, een dans uit zestiende-eeuws Centraal-Amerika die in de ban werd gedaan door de Spaanse machthebbers vanwege zijn vermeende ‘obsceniteit’. Tarabieh lacht als ik hem vraag naar een link tussen die (obscene) dans en de (obscene) realiteit van de bezetting. ‘Ik heb een achtergrond in de klassieke muziek en ik wil met de muziek die ik heb gekozen de kijker in een bepaalde sfeer brengen. Het muziekstuk dat ik heb gekozen lijkt vrolijk, klinkt fijn, maar het bevat ook iets verontrustend. Er sluimert iets onder de oppervlakte. Ik vergelijk het met een bezoek aan de Palestijnse stad Hebron, waar het conflict nooit ver weg is. Je ziet er mensen lachen, en grapjes maken. Maar je begeeft je op een vulkaan.’

Verdere informatie over de documentaire Of Land and Bread kun je vinden op de website van B’Tselem, www.btselem.org