RAMAT HASJARON – Onlangs was mijn vrouw op sjabbat uitgenodigd om een Palestijnse medewerker van de onvolprezen organisatie van vrouwen van Machsom Watch in zijn dorp te bezoeken ter gelegenheid van het huwelijk van één van zijn zoons. Ik dacht dat dit mijn kans was om wat Arabische folklore mee te maken en bood mijn diensten aan als chauffeur naar het dorp J’ayus, dat ten oosten van Qalqilia ligt. Na’im, de Palestijnse gastheer, staat al jaren de dames van Machsom Watch bij. Hij is ook betrokken bij het coördineren van de activiteiten van een organisatie die ‘Op weg naar Genezing’ heet, waarbij joods-Israëlische vrijwilligers zieke Palestijnen in hun auto vervoeren vanuit hun dorpen of vanaf controleposten naar Israëlische ziekenhuizen en terug. Dat draait niet alleen om de rit; het simpele feit dat er een Israëli bij betrokken is verhoogt de kans dat het medische bezoek in ieder opzicht wat vlotter verloopt.
Dit alles is al bijzonder genoeg, maar ik vind het des te indrukwekkender omdat de bruidegom, de zoon van Na’im toen hij vijftien was, drie maanden in Israëlische gevangenschap heeft doorgebracht, en dat een oudere zoon zojuist na twee jaar uit Israëlische gevangenschap ontslagen is. De vader is daardoor bedroefd, maar niet verbitterd, en hij laat zich er niet door weerhouden gewoon door te gaan met zijn onvolprezen werk van samenwerking en te blijven hopen op betere tijden.
Enkele tientallen Israëli’s hadden zonder enige aarzeling de uitnodiging geaccepteerd. Het was een heel bijzondere samenkomst.
Bij de ontvangst, waar uitsluitend Israëli’s aanwezig waren op de de gastheren na, bleek dat het huwelijk zelf al een paar dagen eerder voltrokken was, dus ik kreeg geen folklore, maar wel een genoegelijke maaltijd met veel wederzijdse lofuitingen.
Na’im vertelde dat hij thuis niet was opgegroeid in een sfeer van belangeloze hulpverlening, maar dat hij die houding van de dames van Machsom Watch had geleerd. Hij was daar dankbaar voor, en probeerde die instelling aan zijn kinderen door te geven.
Ik hoor mijn kennissen uit de hard-core hoek al roepen: ‘Van die Palestijnen – een mes in je rug’, maar ik weet van mijn eigen werk in deze getroebleerde contreien dat op het niveau van mens tot mens vrede en samenwerking zeer goed mogelijk is. Drong dat maar eens door tot de hogere regionen van onze machthebbers.