Bij de dood van Saeb Erakat

Toegewijd onderhandelaar die de Palestijnse rechten cadeau gaf

Er was geen gebrek aan vriendelijke woorden toen Saeb Erakat, de voornaamste onderhandelaar van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO, op 10 november overleed aan complicaties van een infectie met het corona-virus. Erakat was 65. Hij leed aan fibrose en in 2017 was bij hem een longtransplantatie uitgevoerd.

Er waren verklaringen van VN-secretaris-generaal Guterres, Tony Blair, president Mahmoud Abbas en Hanan Ashrawi, Tzipi Livni het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en zelfs een woordvoerder van Hamas. Vooral geroemd werden zijn eerlijkheid, vasthoudendheid en oppofferinsggezindheid. Niet zo verwonderlijk, al die lof, als we ons realiseren dat Erakat vanaf 1991 deelnam aan vredesonderhandelingen voor de Palestijnen en vanaf 1995 zelfs de belangrijkste onderhandelaar is geweest in het Oslo-‘vredesproces’.

Door: Maarten Jan Hijmans – 23/11/2020

Erakat werd in 1955 geboren in Abu Dis bij Jeruzalem. Als 12-jarige beleefde hij de Zesdaagse Oorlog die zijn ‘leefgebied’ ” onder Israëlische heerschappij bracht, een gebeurtenis die zijn leven zou beheersen. Al als 13-jarige belandde hij in Israëlische gevangenschap wegens het schrijven van leuzen tegen de bezetting en het gooien van stenen.

In 1972 vertrok hij naar de Verenigde Staten, waar hij een bachelor Internationale Betrekkingen en een master in de politieke wetenchappen behaalde aan de universiteit van San Francisco. Aan de universiteit van Bradford in Engeland promoveerde hij vervolgens op een onderwerp over vredesvraagstukken en conflictoplossingen.

Erakat kwam daarna terug en ging politieke wetenschappen doceren aan de Najah-universiteit in Nablus. Ook begon hij actie te voeren voor de PLO. Hij publiceerde regelmatig in kranten. In die tijd, ergens in de jaren tachtig had ik een keer een gesprek met hem in het American Colony Hotel in Jeruzalem. Hij was toen nog onafhankelijk, een enthousiaste, meeslepend pratende en goed geïnformeerde jonge academicus .

In 1991 werd hij benoemd tot adjunct van Haidar Abdel Shafei, de leider van de in naam Jordaans-Palestijnse (maar in feite op afstand door de PLO aangestuurde) delegatie naar de in dat jaar door de Amerikaanse minister Jamers Baker III georganiseerde vredesconferentie van Madrid. Ook deed hij in 1992 en ’93 mee aan de onderhandelingen in Washington die daarop volgden. Het waren de jaren waarin de PLO nog niet officieel mocht meepraten. Dat veranderde pas in 1993, toen geheime onderhandelingen tussen Palestijnen en Israëli’s in Noorwegen – die tegelijkertijd met de Washingtonse onderhandelingen werden gehouden – resulteerden in wat later de naam ‘Oslo-akkoorden’ zou krijgen. Erakat werd minister van Onderhandelingen in de op basis van die akkoorden opgerichte Palestijnse Autoriteit. Vanaf 1995 was hij de voornaamste Oslo- onderhandelaar. In die hoedanigheid maakte hij vanaf dat moment alle onderhandelingsronden mee die tussen Israeli’s en Palestijnen – al of niet in de aanwezigheid van de Amerikanen – zijn gehouden. In 1996 werd hij verkozen in het Palestijnse parlement. En in 2015 werd zijn carrière ook nog eens bekroond met een benoeming door president Abbas tot secretaris-generaal van het hoofdbestuur van de PLO, de ‘Uitvoerende Commissie’.

Voor een deel van zijn Palestijnse achterban zal hij, ondanks al zijn inzet, toewijding, uithoudingsvermogen en charme, altijd herinnerd blijven als de man die eigenlijk zo’n beetje alle Palestijnse rechten tijdens de gesprekken met de Israëli’s in de uitverkoop deed zonder er ooit iets voor terug te krijgen. 

Dat alles neemt niet weg dat Erakat in wezen een tragische figuur was. In een kleine dertig jaar vergaderen over vrede, in Madrid, Jeruzalem, Washington, Wye River, Annapolis, Camp David (in 2000 met Yasser Arafat, Ehoed Barak en Clinton), en daarna in Taba met met Ehoed Olmert, of met wie en waar dan ook, heeft hij niets maar dan ook niets voor elkaar gekregen. Een Palestijnse staat is na al die tijd verder weg dan het ooit leek, en de levensomstandigheden van de Palestijnen zijn er evenmin ook maar iets op vooruitgegaan.

Waarschijnlijk lag dat overigens niet alleen aan Erakat – of aan Mahmoud Abbas. In 2011 waren er de pijnlijke onthullingen door de Britse krant The Guardian en het tv-station al-Jazeera van de zogenoemde ‘Palestine Papers’: uitgelekte notulen en aantekeningen van de Oslo-onderhandelingen Daaruit bleek dat Erakat in de jaren ervoor ermee akkoord was gegaan dat de Israeli’s – anders dan in het openbaar ooit was gezegd – het bestuur konden krijgen over alle joodse nederzettingen rondom Jeruzalem (minus één, Jebel Abdel Ghoneim/Har Homa, omdat die de joodse ‘ring’ om de stad bijna volledig maakte). Ook had hij de Israeli’s de joodse en Armeense wijken in de Oude Stad toegezegd en bovendien had hij beloofd te zullen meewerken aan een ‘creatieve’ oplossing voor het probleem van de Tempelberg/Haram al-Sharif. In zijn eigen woorden had hij de Israeli’s hiermee ‘het grootste Jerusjalajim ooit’ aangeboden. ‘Het enige wat ik nu nog zou kunnen doen is zionist worden,’ voegde hij er lacherig aan toe. Israel bleek echter niet onder de indruk.

Het was niet de enige concessie die Erakat deed. Hij had er ook mee ingestemd in het kader van de ‘ruil van gebied’ tegen de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever die naar Israël zouden gaan, een Palestijnse plaats als Baqa al-Gharbiyya in Israël aan Palestina ‘over te doen’ zonder dat de inwoners daar ooit over waren geraadpleegd. Verder bleek dat hij ook de ruim vijf miljoen Palestijnse vluchtelingen buiten Israël/Palestina had verkwanseld, ondanks het feit dat de PLO hun lot tot een soort ‘heilig’ strijdpunt had gemaakt. Erakat had goed gevonden dat Israël er slechts 10.000 zou laten terugkeren: in een tempo van duizend per jaar tien jaar lang. Israël had niettemin bij al deze Palestijnse vrijgevigheid nimmer toegehapt.

De Palestine Papers onthulden nog meer. Ze waren vrij expliciet over de zogenoemde ‘veiligheidscoördinatie’ tussen Israël en de Palestijnen, die onder meer inhield dat de Palestijnen tekenen van verzet in Palestijnse kring in de kiem smoorden en rebellen aangaven bij de Israëli’s om te worden opgeborgen. Het werd duidelijk dat Erakat daarnaast betrokken was geweest bij besprekingen over manieren om de Hamas-beweging zoveel mogelijk dwars te zitten en zelfs had ingestemd met de liquidaties van kopstukken van Hamas. De Palestijnse top, onder wie Erakat, bleek ook van tevoren door de Israëli’s op de hoogte te zijn gebracht van ‘Cast Lead’, de Israëlische veldtocht van 2008-2009 in Gaza, waarbij een kleine 1500 Palestijnse doden vielen.

Erakat was uiteraard woedend over de onthullingen van The Guardian en al-Jazeera. Volgens hem klopten ze niet en waren ze uit hun context gelicht. Niettemin nam hij gekwetst ontslag. Maar een korte tijd later bleek hij weer gewoon in zijn functie te zijn. De onthullingen bleven hem echter sindsdien achtervolgen. Voor een deel van zijn Palestijnse achterban zal hij, ondanks al zijn inzet, toewijding, uithoudingsvermogen en charme, altijd herinnerd blijven als de man die eigenlijk zo’n beetje alle Palestijnse rechten tijdens de gesprekken met de Israëli’s in de uitverkoop deed zonder er ooit iets voor terug te krijgen. Hij had waarschijnlijk beter de handdoek in de ring kunnen gooien nadat duidelijk werd dat het nooit wat zou worden.

Maarten Jan Hijmans heeft een blog op www.abu-pessoptimist.blogspot.com