Foto: Oren Ziv
‘Palestinian Lives Matter’

Israëli’s en Palestijnen protesteren tegen politiegeweld na de dood van Eyad al-Hallaq en trekken een parallel met George Floyd in Minneapolis.

Door: Oren Ziv – 24/06/2020

Eind mei demonstreerden honderden mensen in Jeruzalem en Tel Aviv tegen de dood van Eyad al-Hallaq, een autistische Palestijnse man die in de Oude Stad van Jeruzalem werd doodgeschoten door politieagenten.

De tweeëndertigjarige al-Hallaq was op weg naar school, een onderwijsinstelling voor mensen met een verstandelijke beperking. In de buurt van de Leeuwenpoort van de Oude Stad begonnen agenten van de grenspolitie hem te achtervolgen, omdat ze hem ervan verdachten dat hij gewapend was. Volgens de agenten vluchtte al-Hallaq en verstopte hij zich achter een vuilniscontainer, waarop de agenten hem doodschoten. Er werd geen wapen gevonden.

In Tel Aviv protesteerden meer dan 200 mensen voor het hoofdbureau van politie. In Jeruzalem liepen meer dan 150 activisten, onder wie tientallen Palestijnen over de King George Street. De demonstranten droegen borden met de teksten ‘Palestinian Lives Matter’ en ‘Gerechtigheid voor Eyad, Gerechtigheid for George’, refererend aan George Floyd, de ongewapende zwarte man die in mei door een witte politieagent tegen de grond werd gehouden met zijn dood tot gevolg. De dood van Floyd heeft over de hele wereld massale demonstraties teweeggebracht.

‘In Oost-Jeruzalem maakt politiegeweld onderdeel uit van het beleid, net zoals het politiegeweld tegen zwarte mensen in de VS,’ zegt Sjahaf Weisbein, één van de organisatoren van het Jeruzalemse protest. ‘Politiegeweld en het beleid dat voortvloeit uit de bezetting van de Palestijnen maken deel uit van een droevige dagelijkse realiteit. Het wordt tijd dat er een einde komt aan de bezetting en dat er gerechtigheid komt voor slachtoffers van politiegeweld over de hele wereld.’

Superieur

Laura Wharton, lid van de Jeruzalemse gemeenteraad voor Meretz, sprak de demonstranten toe: ‘Wij kennen elkaar, helaas is dit niet de eerste keer dat er sprake is van politiegeweld en het zal niet de laatste keer zijn. Dit was een verschrikkelijk incident, we kunnen dit geweld niet goedkeuren. We kunnen ook niet tolereren dat er sprake is van een etniciteit die zichzelf als superieur beschouwt ten opzichte van een andere, en denkt dat zij kan doen wat ze wil, waaronder het openen van vuur.’

Foto: Oren Ziv

Demonstranten in Tel Aviv protesteerden tevens tegen het politiegeweld tegen Afrikaanse asielzoekers eerder in mei. Toen werden twee Eritrese asielzoekers gearresteerd die voor een supermarkt in Zuid-Tel Aviv zaten. Op camerabeelden was te zien dat de agenten zowel de asielzoekers als een groep omstanders hardhandig aanpakten.
Het incident vond plaats een paar dagen nadat de onlangs aangestelde Minister voor Publieke Veiligheid Amir Ohana op zijn eerste werkdag een rondleiding door Zuid-Tel Aviv maakte. Hij ontmoette daar toen extreemrechtse activisten die pleitten voor de uitzetting van Afrikaanse asielzoekers.

In de dagen daarop gebruikte de politie geweld tegen winkels en cafés van asielzoekers. Op de avond van de feestdag Sjavoeot, bezocht Ohana wederom Zuid-Tel Aviv en sprak daar zijn steun uit voor de politie. In een Facebook-post schreef hij dat iedereen die agenten aanvalt daarvoor de consequenties zal moeten dragen.

Woedend

Ohana betreurde de dood van al-Hallaq en zei dat onderzoek zal moeten uitwijzen wat er met de betrokken agenten gebeurt. Een aantal leden van de Knesset keurde de doodslag van Hallaq af en vergeleek de gebeurtenis met het incident in Minneapolis. Aida Touma-Sliman (van de Gezamenlijke Lijst) zei: ‘Iedereen die woedend is vanwege de moord in de Verenigde Staten moet nu goed opletten – er is een hele natie die bezwijkt onder de bezetting zonder dat ze ruimte heeft om te ademen.’
‘Minneapolis is hier,’ zei Ahmad Tibi (eveneens Gezamenlijke Lijst). ‘Gisteren nog riep Minister Ohana de politie op mensen te beschieten die “agenten aanvallen”, deze agenten hebben die boodschap allang begrepen.’

Benjamin Netanjahoe, heeft geen verklaring over de dood van al-Hallaq uitgegeven, maar minister van Defensie en alternerende premier Benny Gantz bood zijn excuses aan voor het incident. ‘Ik weet zeker dat deze zaak nader zal worden onderzocht en dat daar een eenduidige conclusie uit zal komen.’

Cijfers

B’Tselem, één van de groepen die SIVMO met uw hulp steunt, zei dat er waarschijnlijk geen gerechtigheid zal volgen op de dood van al-Hallaq. De onderzoekers van de organisatie hebben geen volledige cijfers beschikbaar over dit soort politiezaken, maar uit hun gegevens blijkt wel dat van de 200 gevallen waarin de afgelopen negen jaar Palestijnen door legergeweld om het leven kwamen, slechts drie soldaten uiteindelijk zijn berecht.
‘Zelfs in een zaak die zo helder en afschuwwekkend is als deze, worden de gegevens witgewassen vanaf het moment dat het onderzoek wordt geopend,’ zei Amit Giloetz, de woordvoerder van B’Tselem. ‘Het in stand houden van een bezetting en miljoenen mensen van hun mensenrechten beroven, kan alleen door het stelselmatig uitoefenen van staatsgeweld. De Israëlische instanties zijn allemaal ingesteld op het beschermen van de daders van dit geweld , niet de slachtoffers.’

De Israëlische journalist Gideon Levy, schreef weinig hoop te koesteren op een onpartijdig onderzoek noch verwacht hij dat de dood –waarvan hij zei dat die niet ongewoon was – tot verandering leidt in Israël en de Palestijnse gebieden. ‘De Israëlische grenspolitie is niet minder gewelddadig of racistisch dan de politie in de Verenigde Staten,’ schreef hij in Haaretz. ‘Daar schieten ze zwarte mensen neer, hun bloed is goedkoop. In Israël schieten ze Palestijnen neer, wier bloed nog goedkoper is. Maar hier doet dat nieuws ons geeuwen; daar veroorzaakt het protesten.’