
“De Oscar maakt me niet uit,” zegt de Palestijnse activist Basel Adra over de Oscarnominatie voor zijn film No Other Land, nu te zien in de Nederlandse bioscopen. “Zelfs als we winnen ga ik erna terug naar mijn wrede realiteit. Maar ik hoop dat de nominatie onze zaak goed zal doen. Dat is het enige wat me hieraan interesseert.” De film, die hij samen maakte met de Israëlische Yuval Abraham, toont de decennialange pogingen van Israël om de Palestijnse gemeenschappen te verdrijven uit Masafer Yatta, het gebied op de West Bank waar Adra is opgegroeid en woont. Afgelopen maandag nog vernietigden Israëlische sloopvoertuigen er elf gebouwen en lieten tientallen bewoners dakloos achter.
Masafer Yatta is de verzamelnaam voor zo’n negentien Palestijnse dorpjes rond de stad Yatta, in het zuiden van de West Bank. Er wonen ongeveer duizend Palestijnen, het merendeel herdersgezinnen. Begin jaren tachtig wordt hun voortbestaan bedreigd wanneer het gebied door Israël wordt aangewezen als militair oefenterrein. In de jaren daarop volgen ontruimingsbevelen en in 1999 worden de eerste bewoners verdreven.
Het leidt tot een rechtszaak die 22 jaar zou duren. Israël voert ter verdediging aan dat het gebied de facto onbewoond zou zijn: de herdersgemeenschappen zouden nomadisch leven. De decennialange aanwezigheid van Palestijnse inwoners in Masafer Yatta is echter onder historici onbetwist. Sterker nog: de locatie van het militaire oefenterrein was destijds bewust gekozen om de Palestijnse bewoners te verdrijven, zoals blijkt uit verslagen van Israëlische kabinetsvergaderingen. Toch oordeelt het Hooggerechtshof in 2022, in strijd met internationaal humanitair recht, dat de uithuiszettingen gerechtvaardigd zijn.
No Other Land toont hoe de Israëlische bezetter het leven van Adra en zijn dorpsgenoten onmogelijk maakt. Het geweld is hartverscheurend: waterputten worden volgegoten met cement, voor de ogen van kinderen worden hun huizen vernietigd. Als een dorpsbewoner protesteert tegen het afpakken van zijn elektriciteitsgenerator, schiet een soldaat hem in zijn buik. Verlamd en thuisloos wordt hij in een nabije grot door zijn moeder verzorgd. Het is deze moeder aan wie de documentaire zijn titel te danken heeft: “We hebben geen ander land, daarom lijden we ervoor.”
De film, ontstaan met steun van onze groep B’Tselem, is een indrukwekkend document van de ontmenselijking die onderdeel is van de bezetting. Bovendien laat No Other Land zien dat gezamenlijk Israëlisch-Palestijns activisme mogelijk is. Abraham, die vloeiend Arabisch spreekt, staat Adra en zijn lotgenoten bij en gaat namens hen in gesprek met de soldaten. Hun vriendschap is ontroerend. Maar hoe wrang de situatie is wordt pijnlijk duidelijk wanneer Abraham aan het eind van de dag terugrijdt naar Israël. Adra blijft achter
Blijf op de hoogte.Schrijf u in voor de maandelijkse nieuwsbrief: