Interview met Dani Shenhar van HaMoked

In samenwerking met PAX organiseert SIVMO op dinsdag 27 september een lezing door Dani Shenhar. Dani geeft leiding aan de juridische afdeling van HaMoked, een van de organisaties die gesteund wordt door SIVMO. HaMoked verleent rechtshulp aan Palestijnen in bezette gebieden en spant namens hen rechtszaken aan tegen de Israëlische overheid. Voorafgaand aan de lezing spraken we Dani. We vroegen hem naar het werk dat HaMoked op dit moment verricht in de bezette gebieden en wat zijn visie is op de huidige politieke situatie in Israël.

Door: Redactie – 25/09/2022

In februari voerde het Israëlische leger nieuwe toegangsregels in voor buitenlanders die willen reizen naar de Westelijke Jordaanoever. Een storm van kritiek volgde en na een door HaMoked aangespannen juridische procedure werden de plannen teruggetrokken. Een herziene versie van het beleid is vorige week uitgevaardigd, wat opnieuw ophef veroorzaakte (onder meer in Nederlandse media) en het leven van Palestijnen bemoeilijkt. Hoe kijk je naar de nieuwe regels?

Het voornaamste punt voor EU-landen was het lage maximumaantal buitenlandse studenten en academici dat toegang kreeg tot de Westelijke Jordaanoever. Daartegen hebben we juridisch bezwaar gemaakt, waarop het leger het beleid heeft bevroren en beloofde aan te passen. In de versie van afgelopen week hebben ze het maximumaantal eruitgehaald, maar nog steeds is het een veeleisende procedure. Het meest hebben naar mijn idee echter buitenlandse echtgenoten van Palestijnen te lijden onder de regelgeving. Voor hen is het bijna onmogelijk legaal te blijven op de Westelijke Jordaanoever. Je kan voor drie maanden een visum krijgen en daarna eventueel nog drie maanden, maar je moet er veel voor betalen en bovendien het leger inlichten dat je een relatie hebt met een Palestijn. De procedure om een permanente status te krijgen is ontzettend ingewikkeld. Voor Palestijnen met buitenlandse partners is het een nachtmerrie.

Is HaMoked van plan verder actie te ondernemen?

We gaan proberen opnieuw een zaak aan te spannen. We zullen waarschijnlijk eisen om het beleid helemaal stop te zetten. Zo’n verzoek wordt niet snel ingewilligd, maar naar aanleiding ervan worden er hopelijk wijzigingen gemaakt in de nieuwe regels. Afgelopen keer dienden we een verzoekschrift in voordat het beleid van kracht ging, waarop het werd geweigerd omdat de rechtbank het te vroeg vond. We zullen dus eerst moeten wachten tot 20 oktober, wanneer de nieuwe regels beginnen te gelden. Vorige keer hebben we bovendien een verzoekschrift ingediend tegen het hele toegangsbeleid, in een document van ongeveer 70 pagina’s. Dat vond de rechtbank te veel, dus dit keer moeten we aparte verzoekschriften indienen per onderwerp.

Dat klinkt omslachtig. Is de manier waarop de Israëlische rechters met dit soort zaken omgaan frustrerend?

Ja. In die zin is HaMoked overigens een succesvolle ngo. We doen veel individuele zaken, waarbij de rechtbank niet al te ingrijpende beslissingen hoeft te nemen om iemand in het gelijk te stellen. In het geval van de toegangsregels tot de Westelijke Jordaanoever ligt het anders. Hier kunnen we immers niet namens een individu procederen, maar alleen namens HaMoked zelf en het beleid in het geheel aan de kaak stellen. Daarvoor zijn rechters huiverig.

Past dit gedrag van de rechtbank binnen een ontwikkeling in de Israëlische rechtspraak?

Er is in Israël een zorgwekkende ontwikkeling gaande waarbij rechters internationale rechten steeds vaker op een lokale manier interpreteren. Het Hooggerechtshof was voorheen veel meer geneigd zich te voegen naar de internationale rechtsorde. Nu zijn er politiek gezien veel rechtsere rechters en is het lastig dit soort principiële zaken aan te spannen. Ze lopen ervoor weg. Het wordt daardoor voor ons steeds lastiger.

Tijdens je aankomende reis naar Europa spreek je onder meer met beleidsmakers en politici in Den Haag en Brussel. Heb je het gevoel dat de afgelopen jaren de houding vanuit Europa naar Israël toe is veranderd?

In de eerste plaats ben ik dankbaar voor de steun van Europese landen en organisaties als SIVMO. Mede dankzij hen kunnen we de Palestijnse bevolking voorzien in de dingen die ze nodig heeft. Aan de andere kant heb ik het gevoel dat het groeiende aantal interne problemen van de EU, beginnend bij de financiële crisis van 2008, het moeilijk maakt voor landen om actief met de situatie in Israël bezig te zijn. Men neemt stelling in als het gaat om Oekraïne, maar daar is dan ook sprake van een onverholen oorlog. In Israël en Palestina vindt het geweld op een veel meer geleidelijke en verborgen manier plaats. Het gaat om regelgeving, om bureaucratie. Ik denk dat men er in Europa op den duur moe van wordt en de situatie opgeeft.

Word je er eigenlijk zelf weleens moe van?

Soms. Ik werk nu veertien jaar bij HaMoked en het is er alleen maar moeilijker op geworden. Ik mag zeker niet klagen, ik ben in elk geval nog een volledig staatsburger en kan gebruikmaken van mijn democratische rechten. Mijn Palestijnse collega’s wier organisaties een paar maanden geleden illegaal zijn verklaard hebben het veel lastiger. Maar onze nabije toekomst ziet er niet rooskleurig uit. We worden lastiggevallen, geïntimideerd en door de overheid gekleineerd. We voelen dat ze ons liever kwijt dan rijk zijn. Dus ja, soms word je er moe van. En ik maak me in het bijzonder zorgen over mijn drie kinderen.

Waar maak je je dan specifiek zorgen om?

Misschien is dit voor Europeanen ook herkenbaar, maar in Israël is de opkomst van openlijk racistisch en xenofoob nationalistisch extremisme zeer zorgelijk. Ik breng mijn kinderen groot met bepaalde waarden en ik maak me zorgen over hun positie in het land. Het is erg moeilijk om links te zijn of te geloven in internationale mensenrechten. Je voelt voortdurend dat je leeft in een racistische maatschappij die geweld en militaire kracht verheerlijkt. Mijn twee jongens zullen het leger in moeten, dat op dit moment op de Westelijke Jordaanoever huizen plundert, mensen arresteert en de bezetting in stand houdt. Dat mijn zoons dat zouden doen is onvoorstelbaar. Toen ik jong was, overheerste het gevoel van een voortbewegend proces richting een vredige politieke oplossing. Daar spreekt niemand nu meer over.

Dat klinkt niet alsof we volgende week in Utrecht een hoopvol verhaal kunnen verwachten.

Soms weet het leven ons te verrassen. Een deel van de bevolking ziet de misstanden al in en misschien draaien er meer mensen bij. Ik hoop alleen dat er geen grote geweldsgolf voor nodig is. Het Disengagement Plan uit 2005 en de Oslo-akkoorden van 1993 kwamen beide tot stand na periodes van geweld, hopelijk is dat ditmaal te voorkomen. In elk geval is de situatie zoals die nu is op de lange termijn niet houdbaar. Je kan een deel van de bevolking niet onderdrukken zoals Israël dat nu probeert.

 

 

Blijf op de hoogte.
Schrijf u in voor de maandelijkse nieuwsbrief: