Terwijl de wereld zich richt op Gaza, is sinds 7 oktober op de West Bank een ongekende verheviging van geweld aan de gang. Organisaties als B’Tselem, Rabbis for Human Rights, HaMoked, Machsom Watch en Peace Now strijden tegen het toenemende onrecht. Een verslag van hun werk schetst een schrijnend beeld van de huidige omstandigheden op de West Bank.
Arij al-al-Ja’bari woont in de zuidelijke Hebronheuvels, waar sinds het uitbreken van de Gazaoorlog een streng uitgaansverbod geldt. 750 Palestijnse families zijn thuis opgesloten, slechts driemaal per week mogen ze twee uur naar buiten. Wie niet op tijd terug is, moet de nacht buiten doorbrengen. Arij vertelt over de telefoon aan onze groep B’Tselem hoe medewerkers van een bakkerij door Israëlische soldaten onder schot worden gehouden tot ze de zakken brood die ze bij zich dragen laten vallen: “We zagen hoe de soldaten de zakken meenamen naar het kolonistengebouw. Iemand vertelde ons later dat ze alles hebben weggegooid. Wij hebben nog steeds geen brood of meel.”
Officieel zou het handelen van de IDF op de West Bank een doel dienen in de strijd tegen terrorisme. In de praktijk komt het echter voornamelijk neer op collectieve straffen en buitensporige wraakacties richting Palestijnen, zoals het geval lijkt bij Arij. In rap tempo is de situatie in het zwaar gemilitariseerde bezette gebied geëscaleerd. De VN meldt dat er sinds het uitbreken van de oorlog op de West Bank al meer dan tweehonderd doden vielen. Meer dan duizend Palestijnen moesten gedwongen hun huis verlaten.
De acties van het leger gaan bovendien hand in hand met een intensivering van het kolonistengeweld. Volgens de VN is in een maand tijd het aantal kolonistenaanvallen verdubbeld tot zes per dag. Daarbij zijn kolonisten vaak niet meer van soldaten te onderscheiden: kolonisten dragen soldatenuniformen en soldaten ondersteunen kolonisten. “Zoals wij het meemaken lijkt het alsof de kolonisten een tweede front proberen te openen,” vertelt Dani Brodksy van onze groep Rabbis for Human Rights aan Al Jazeera.
Op verschillende manieren strijden de door SIVMO gesteunde groepen tegen de mensenrechtenschendingen die plaatsvinden in de schaduw van de oorlog. Ze verenigden zich bijvoorbeeld in een oproep aan de internationale gemeenschap om de gedwongen verplaatsing van Palestijnen uit de West Bank tegen te houden, waarover hieronder meer. Maar de inzet van het Israëlische mensenrechtenwerk is veelzijdiger: van internationaal lobbywerk tot lokale hulp bij de olijvenoogst, van het leveren van medicijnenpakketten tot het verzamelen van getuigenissen. Uit alle macht proberen zij te voorkomen dat de situatie – The Guardian sprak al van een “nieuwe Nakba” – verder escaleert. Hieronder delen we enkele voorbeelden met u. Door te doneren aan SIVMO kunt u direct bijdragen aan hun missie.
HaMoked en Machsom Watch bekritiseren de beperkte bewegingsvrijheid
Op verschillende manieren wordt het Palestijnen op de West Bank onmogelijk gemaakt een normaal leven te leiden. Grotendeels is dit officieel beleid van de IDF, de facto de gezaghebber op de West Bank. Daaronder valt bijvoorbeeld het hierboven beschreven uitgaansverbod in de zuidelijke Hebronheuvels. Maar op de gehele West Bank geldt een beperking van bewegingsvrijheid door een uitgebreid systeem van checkpoints en wegblokkades, dat sinds 7 oktober veel strenger is geworden. De VN rapporteren dat hierdoor bijvoorbeeld meerdere zwangere vrouwen gedwongen waren bij checkpoints te bevallen, omdat de weg naar het ziekenhuis was versperd. Op deze manier wordt bovendien veel Palestijnse boeren de toegang tot hun landbouwgrond ontzegd, vaak hun enige bron van inkomsten. Op 12 november diende de juridische mensenrechtenorganisatie HaMoked daarom een verzoekschrift in bij het Israëlische Hooggerechtshof om de onrechtvaardigheid van dit besluit aan te kaarten. Eerder riepen ze het Hooggerechtshof al op om Palestijnen met geldige werkvergunningen toe te staan de afgrenzingen te passeren op weg naar hun werk. Sinds het uitbreken van de oorlog ontvangt HaMoked dagelijks honderden telefoontjes van mensen wier rechten geschonden worden. HaMoked staat hen met juridische hulp bij.
De impact van de gesloten checkpoints en blokkades wordt ook beschreven door onze groep Machsom Watch, een uitsluitend uit vrouwen bestaande organisatie die zich inzet tegen de bezetting. Zij spraken met Rania, een inwoonster van het kleine dorpje Fuqeiqis. Aan het begin van de oorlog werden alle wegen rond haar dorp geblokkeerd. Fuqeiqis, dat voor alle voorzieningen afhankelijk is van nabije gemeenschappen, raakte volledig van de buitenwereld afgesneden. Uiteindelijk heeft Rania besloten haar geboortedorp te verlaten, om tijdelijk ergens anders te kunnen werken.
B’Tselem brengt de gedwongen verplaatsingen in beeld
Het voorbeeld van Rania laat zien hoe overheidsbeleid Palestijnse inwoners ertoe brengt te vluchten. Op meer onofficiële wijze, maar vaak met steun van het leger, leidt kolonistengeweld eveneens tot gedwongen verplaatsingen van Palestijnse inwoners. Onze groep B’Tselem documenteert en publiceert de mensenrechtenschendingen die sinds het uitbreken van de oorlog plaatsvinden. Zij schrijven op hun site over het kolonistengeweld in de zuidelijke Hebronheuvels: “De aanvallen gaan nagenoeg onophoudelijk door, zowel ’s nachts als overdag. Gewapende kolonisten vallen huizen binnen, vallen bewoners aan en halen hun bezittingen overhoop, waarbij ze hun telefoons meenemen om te voorkomen dat het wordt vastgelegd. Ze hebben zonnepanelen en watercontainers vernietigd, vee gestolen, en in sommige gemeentes, zoals in Khirbet Susiya, gedreigd de bewoners te doden als ze niet snel zouden vertrekken.” Een 26-jarige kolonist zegt hier zelf over tegen de New York Times: “Het is misschien niet zo leuk een bevolking te evacueren, maar dit is een oorlog om land, dit is wat er gebeurt in oorlogstijd.”
Bij deze paramilitaire ‘oorlog’ wordt door Israëlische soldaten nauwelijks ingegrepen. Volgens B’Tselem past dit binnen langetermijnbeleid van Israël om de Palestijnen net zo lang het leven zuur te maken tot ze ervoor kiezen te vertrekken. Sinds 7 oktober zijn al zo’n 150 huishoudens, in totaal meer dan duizend mensen, voor het geweld gevlucht. Door de gedwongen verplaatsingen precies bij te houden, probeert B’Tselem hierover binnen de Israëlische samenleving bewustzijn te creëren.
Rabbis for Human Rights helpt olijvenboeren
De strijd om het land wordt ook gevoerd op de Palestijnse akkers, waar het nu tijd is voor de olijfoogst. Jaarlijks is dit een periode van veel geweld, doordat kolonisten de oogst aangrijpen om boomgaarden te plunderen en boeren aan te vallen. Dit terwijl zo’n 60.000 Palestijnen financieel van de olijventeelt afhankelijk zijn. Daarom staat onze groep Rabbis for Human Rights (RHR) elk jaar Palestijnse boeren bij. Door samen olijven te plukken hopen ze kolonisten en soldaten op afstand te houden. Dit jaar lijkt het noodzakelijker dan ooit, nu veel boeren het oogsten simpelweg hebben moeten opgeven vanwege wegafzettingen, gesloten checkpoints en door de oorlog aangewakkerd geweld, dat zelfs wordt aangemoedigd door extreemrechtse leden uit het kabinet. Dankzij de steun van RHR, een uit rabbijnen bestaande organisatie die vanuit de joodse traditie strijdt voor rechtvaardigheid, kunnen sommige boeren toch in relatieve rust hun olijven oogsten. RHR schrijft: “Deze samenwerking is een voorbeeld van eenheid van Palestijnen en Israëli’s, Arabieren en Joden, die samenkomen in solidariteit. Deze uitdagende en pijnlijke dagen onderstrepen het belang van deze aanpak, die laat zien dat verandering wel degelijk mogelijk is.”
Peace Now rapporteert over de situatie op de West Bank
Wie geïnteresseerd is in een uitgebreider verslag van de situatie op de West Bank kan terecht bij onze groep Peace Now. Zij publiceerden dit rapport.
Al deze groepen hebben uw steun hard nodig. Doneer nu aan SIVMO en draag bij aan de Israëlische mensenrechtenbeweging.
Blijf op de hoogte.Schrijf u in voor de maandelijkse nieuwsbrief: