Foto: Keren Manor/Activestills
Heilige Palestijnse gedenkplaatsen raken onder de Israëlische bezetting in verval

Nieuw rapport van Machsom Watch

De Israëlische landroof op de Westelijke Jordaanoever zorgt er ook voor dat Palestijnen geen toegang meer hebben tot hun Islamitische heiligdommen. Met langzaam verval of soms opzettelijke verwoesting tot gevolg.

Door: Irit Segoli, Vertaling: Max Arian – 15/09/2020

De overname van bergketens en heuvels op de Westelijke Jordaanoever door Israël spaart ook de heilige gedenkplaatsen van de Palestijnse moslims niet. Volgens een nieuw rapport van de Israëlische anti-bezettingsgroep Machsom Watch worden over de hele Westelijke Jordaanoever voortdurend maqams –graftombes en graven op gedenkplaatsen ter ere van een islamitische heilige of religieuze figuur – ontoegankelijk gemaakt. Ze worden onofficieel geannexeerd door Israëlische nederzettingen via militaire bevelen, door uitbreiding van militaire oefengebieden en door incorporatie in natuurreservaten en archeologische plaatsen.

Deze gedenkplaatsen dienden op het platteland in Palestina als religieuze en culturele gemeenschapscentra, lang voordat dorpen hun eigen moskeeën kregen. De Palestijnen maakten op heilige feestdagen en tijdens familieherdenkingen en huwelijken.

Deze gemeenschapsdimensie kan je nog altijd zien op gedenkplaatsen waar de Palestijnen nog toegang hebben, zoals het heiligdom van Sjeik al-Qatrawani in het dorp Atara of de Maqam van Nabi Salehin in het gelijknamige dorp. In recente jaren hebben de Palestijnen goed onderhouden en levendige openbare parken aangelegd rond deze heiligdommen om de gemeenschapszin te bevorderen.

Scherp onderscheid

Sinds het begin van de Israëlische bezetting in 1967 heeft Israël volgens Machsom Watch een scherp onderscheid gemaakt tussen de heilige gedenkplaatsen die joodse figuren uit de Bijbel eren – die worden officieel erkend door de Israëlische autoriteiten en goed onderhouden – en maqams die alleen maar heilig zijn voor moslims.

In het algemeen worden de islamitische heilige plaatsen niet erkend door Israël, en de plekken die ze ontoegankelijk zijn voor Palestijnen worden niet onderhouden door de Israëlische staat, waardoor hun voortbestaan in gevaar komt. Het ontzeggen van toegang tot deze maqams druist in tegen het internationaal recht, dat volkeren onder een bezetting het recht geeft tot erediensten op hun heilige plekken.

Het rapport van Machsom Watch noemt 40 van deze plaatsen. Hier volgen drie voorbeelden van maqams die terecht zijn gekomen in Israëlische nederzettingen en natuurreservaten.

Sit Zahra Maqam – Kochav HaSj achar

De Sit Zahra Maqam werd 400 jaar geleden gebouwd en ligt nu in het Kochav HaSjachar natuurreservaat, ten noordoosten van Ramallah. De maqam is opgericht ter ere van Sit Zahra, de patroonheilige van het moederschap, en heeft een klassieke vierkante structuur, dikke muren en een koepel. Pelgrims uit het dorp Deir Jarir bezochten de maqam regelmatig om er te bidden.

Sit Zahra Maqam in 1975, bij Deir Jarir op de Westelijke Jordaanoever (foto: Amikam Sjoeuv)

Nu staat er dichtbij de maqam een uitkijktoren – genoemd naar Rehavam Ze’evi, een extreemrechtse Israëlische politicus, die voorstander was van volledige verdrijving van de Palestijnen uit het land en die werd vermoord door Palestijnse strijders tijdens de Tweede Intifada. Deze toren kijkt uit over de nederzetting Kochav HaSjachar en de buitenpost Mitzpe Kramim.

De maqam was gevestigd op de berg recht tegenover de nederzetting Kochav HaSjachar. Die breidde zich later uit en op land van Deir Jarir werd de buitenpost Mitzpe Kramim gebouwd – die onlangs van het Hooggerechtshof een ontruimingsbevel kreeg. De maqam is op het ogenblik bijna geheel en al verwoest. Volgens een lid van de dorpsraad van Deir Jarir werd de graftombe vernietigd door bulldozers van het leger of kolonisten.

Niet ver van de resten van de maqam hebben kolonisten een groot, rond podium en uitkijktoren ter ere van Ze’evi gebouwd. Het Kochav HaSjachar natuurreservaat, dat veertien vierkante kilometer beslaat, is niet toegankelijk voor Palestijnen, want de enige ingang voert door Kochav HaSjachar of Mitzpe Kramim.

Salman al-Farsi Maqam – Jitzhar

In het centrum van Jitzhar, een van de meest radicale nederzettingen, in het noorden van de Westelijke Jordaanoever, bevindt zich een moskee en maqam ter ere van Salman Al-Farsi, genoemd naar de nauwe vriend en persoonlijke barbier van de Profeet Mohammed. De maqam wordt omgeven door een bosje van oude eikenbomen. Hij staat er nu kapot en vervallen bij en smeekt om restauratie en onderhoud. Palestijnen is het verboden te bidden op deze plek.

Op de plek wordt Salman al-Farsi noch zijn islamitisch geloof genoemd. Evenmin worden de zes Palestijnse dorpen aan de voet van de berg genoemd: Burin, Madma, Asira al-Qabiliya, Einbus en Huwara. Deze namen zijn tegenwoordig voornamelijk bekend dankzij brutale aanvallen door de kolonisten van Jitzhar en z’n voorposten – vaak onder begeleiding van Israëlische soldaten – op de inwoners van deze dorpen, hun wijngaarden en de plaatselijke school van Burin.

Maqam Salman al-Farsi, bij Burin op de Westelijke Jordaanoever. (foto: Nurit Popper)

Samir Musa, een leraar Arabisch uit Burin die land op de berg bezit, zegt in het rapport van Machsom Watch dat het land waarop de maqam staat werd onteigend door een militair bevel uit 1983 en dat de landeigenaren geen beroep konden aantekenen of weigeren. De Palestijnse bewoners van het gebied vernamen dat ze 40 dagen hadden om in beroep te gaan, maar ze kregen dat pas 35 dagen na de onteigening te horen, zodat ze in feite maar vijf dagen hadden om beroep aan te tekenen.

‘We waren verbaasd toen we twee jaar later ontdekten dat de plek van een militaire installatie in een civiele nederzetting was veranderd, die nog wel werd bewoond door extremistische kolonisten,’zegt Musa. ‘Ik hoop dat ik voordat ik sterf de moskee nog één keer kan bezoeken om hem te zien en me de plaatsen te herinneren waar ik heb gebeden en gezeten, en de plaatsen waar ik studeerde.’ Musa studeerde voor zijn toelatingsexamen in de Salman al-Farsimoskee, in de schaduw van de oude en heilige eikenbomen.

Sheikh Bilal ibn Rabah Maqam – Elon Moreh

De nederzetting Elon Moreh werd in 1983 de trotse eigenaar van bijna 26 hectares Palestijnse landbouwgrond, die het Mount Kabir natuurreservaat zou worden, zonder dat daar ook maar één vinger voor hoefde te worden verroerd. Toegang tot het natuurreservaat is alleen mogelijk via de nederzetting. De boeren van Elon Moreh staat het vrij te ploegen en te zaaien op de Palestijnse grond.

Op de oostelijke helling van Mount Kabir staat de Sheikh Bilal ibn Rabah Maqam, genoemd naar de eerste muezzin van de Islam en een nauwe vriend van de Profeet Mohammed. De maqam verwelkomde vroeger pelgrims uit de dorpen Deir al-Hatab, Azmut, Rujib en Awarta, en uit de stad Nabloes, die aan de voet van de berg ligt.

Sheikh Bilal ibn Rabah Maqam, bij Nabloes op de Westelijke Jordaanoever. (foto: Nurit Popper)

De maqam heeft een unieke structuur, met een puntige koepel waar een oude eikenboom op leunt. Vandaag de dag ligt het gebouw er, onder het bestuur van de Israëlische Natuur en Park Beheer desolaat bij, bedekt met brokstukken en puin. Er is geen enkele aanwijzing van het religieuze belang van het gebouw.

Aan de andere kant hebben kolonisten in de jaren tachtig onder een fraai onderhouden eikenboom het Mitzpe Luntz herdenkingsmonument gebouwd, dat uitkijkt op de Tirzarivier en de Jordaanvallei. Ter ere van Yosef Luntz. Hij was voormalig legercommandant van de districten Ramallah en Nabloes, een van de militaire gouverneurs van de Gazastrook en het hoofd van het Burgerlijk Bestuur, het Israëlische militaire bestuur van de bezette gebieden.

Vernietiging van Palestijns erfgoed

Deze drie voorbeelden laten zien hoe de Israëlische overname van Palestijns land de vernietiging van Palestijns erfgoed en van Palestijnse religieuze heiligdommen betekent. Daardoor kunnen Palestijnen ze niet meer betreden, terwijl intussen het gebied wordt gejudaïseerd door de oprichting van herdenkingsmonumenten voor joden die de bezetting steunden en er een actieve rol in speelden.

Er zijn nog andere manieren waarop Israël de bezette bevolking toont dat haar erfgoed niet de moeite waard is. De Ahmad al-Katsav Maqam, bijvoorbeeld, behoorde bij het dorp Marda. Tegenwoordig is 55 procent van het land van Marda bebouwd door de nederzetting Ariel. De maqam werd vernietigd om het zoveelste veiligheidshek voor de nederzetting te bouwen, en er is geen spoor van overgebleven. De afbraak van de maqam ging niet gepaard met enige daad van erkenning of verontschuldiging en de maqam staat nog altijd aangegeven op officiële Israëlische landkaarten.

Toegang tot gezamenlijke heilige plaatsen

En hoe staat het met gedenkplaatsen die zowel voor joden als moslims heilig zijn, zoals Nabi Samuil (graftombe van de profeet Samuel), Al-Haram al-Ibrahimi (de Grot van de Aartsvaders), de Bilal ibn Rabah moskee (de graftombe van Rachel) en Nabi Yusuf (de graftombe van Jozef)?

Het bezettingsregiem heeft moslims niet weg kunnen houden van de meest bekende Palestijnse moskeeën, maar slechts enkele Palestijnen slagen er in te bidden in Nabi Samuil, ten noorden van Jeruzalem, vanwege de vele controleposten op de weg daar naar toe. Tegelijker tijd zijn er onophoudelijk massapelgrimages van joden plaats naar de graftombe. Hetzelfde geldt voor de Grot van de Aartsvaders/de Ibrahimi Moskee in Hebron.

Israël is er in geslaagd de toegang voor Palestijnen tot de graftombe van Rachel/de Bilal ibn Rabah Moskee in Bethlehem en het graf van Jozef/Nab Yusuf in Nabloes volslagen te blokkeren, waardoor ze alleen nog voor joodse pelgrims toegankelijk zijn.

De graftombe van Jozef bevindt zich net buiten het Balata-vluchtelingenkamp. Een nis voor moslims om te bidden, bekend als mihrab, is verborgen in de zuidelijke muur. Een heel hoofdstuk in de Koran is gewijd aan Jozef. Mohammed had veel respect voor hem en zag veel overeenkomst tussen hun beider levensverhalen.

Tegenwoordig is de graftombe alleen open voor joodse pelgrims en verschillende Israëlische ministers en Knessetleden hebben de plek bezocht. Palestijnse auto’s mogen de hoofdweg gebruiken die naar de graftombe leidt, maar mogen er niet stoppen. Massale pelgrimages van joden vinden ’s nachts plaats en zijn een punt van onenigheid tussen Palestijnen en Israëlische veiligheidstroepen, niet alleen binnen het heiligdom, maar ook langs de weg. Mijlenver zijn er Israëlische militairen gestationeerd aan weerszijden van de weg, die kronkelt door verschillende wijken van de stad. Bij protesten tegen de sluiting van de graftombe voor mohammedaanse pelgrims raakten vele Palestijnen gewond of werden zelfs gedood.

Irit Segoli is een activist van Machsom Watch.

 Vertaling: Max Arian

Blijf op de hoogte.
Schrijf u in voor de maandelijkse nieuwsbrief: