Sinds 7 oktober 2023 houdt Israël duizenden Palestijnen uit de Gazastrook vast, in onmenselijke situaties met systematisch geweld en misbruik. Zo schreven wij eerder over de sterfgevallen in gevangenissen en het gebruiken van gevangengenomen Palestijnen als menselijk schild. Honderden van de gedetineerde Palestijnen worden lange tijd vastgehouden op onbekende plekken, zonder enige administratieve of juridische toetsing, zonder toegang tot raadsman en zonder informatie te verstrekken aan het Rode Kruis. De detentie van Palestijnen uit de Gazastrook vormt een massale gedwongen verdwijning. HaMoked zet zich al decennialang in om deze onwettelijke gebruiken tegen te gaan en de gedetineerden te traceren.
Voor het gevangenhouden van Palestijnen uit Gaza gebruikt Israël de wet 5762-2002 over de opsluiting van zogenaamde ‘onwettige strijders’. Deze worden gedefinieerd als:
“een persoon die direct of indirect heeft deelgenomen aan vijandige daden tegen de staat Israël of lid is van een strijdmacht die vijandige daden tegen de staat Israël begaat (…). Het Verdrag van Genève van 12 augustus 1949 met betrekking tot krijgsgevangenen en het toekennen van de status van krijgsgevangene in het internationaal humanitair recht, is op hen niet van toepassing”.
Sinds het uitbreken van de oorlog heeft de Knesset de wet meermaals gewijzigd. Het meest recente amendement maakt het mogelijk om onwettige strijders 45 dagen vast te houden voordat ze voor een rechter moeten worden gebracht en voordat ze een advocaat kunnen ontmoeten. Opgemerkt moet worden dat ‘onwettige strijders’ een categorie is die niet bestaat onder het internationaal recht. Sinds 1 november 2024 worden minstens 1.627 mensen vastgehouden als ‘onwettige strijder’ door de Israelisch gevangenisdienst en nog een onbekend aantal in militaire detentiecentra.
Al meer dan dertig jaar heeft HaMoked een hotline om Palestijnse gevangenen op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook op te sporen. HaMoked is vrijwel de enige instelling waarmee Palestijnen familieleden in Israëlische detentie kunnen vinden, aangezien er door Israëlische autoriteiten geen informatie rechtstreeks aan families wordt verstrekt. Voor de oorlog handhaafde Israël een regeling waarbij gezinnen via HaMoked informatie konden verkrijgen nadat een verzoek was ingediend. Ook werden lijsten van gevangenen doorgegeven aan het Rode Kruis. Medewerkers van het Rode Kruis kregen vervolgens toestemming om de detentiecentra te bezoeken. Dit veranderde drastisch na 7 oktober 2023. Israël heeft elke informatie of toegang aan het Rode Kruis ontzegd. Een verzoekschrift hiertegen, ingediend door Israëlische mensenrechtenorganisaties, waaronder HaMoked, is nog in behandeling.
Het was sinds het uitbreken van de oorlog voor HaMoked vrijwel onmogelijk om Gazanen in Israëlische hechtenis te traceren. Pas na mei 2024 kwam er, na meerdere verzoekschriften, een kleine opening. Een e-mailadres, verstrekt door de staat om een bezoek van een advocaat te coördineren, gaf HaMoked uiteindelijk de nodige informatie om de verblijfplaats van Gaza-gedetineerden te achterhalen. Van de 901 verzoeken die HaMoked sindsdien heeft ingediend, is in 501 gevallen de verblijfplaats van de gedetineerde ontdekt. In de vierhonderd andere gevallen werd geantwoord dat er “geen aanwijzingen waren voor arrestatie of detentie”. In een situatie die zo chaotisch is als Gaza nu, is het natuurlijk aannemelijk dat een deel van deze mensen op andere manieren vermist is geraakt. Maar dit gaat niet in alle gevallen op. Zo schrijft HaMoked over een inwoner van Gaza die terugkeerde naar zijn familie nadat hij was vrijgelaten uit militaire hechtenis die duurde van mei tot augustus 2024 . Hij vertelde zijn familie dat hij door het leger in Gaza was vastgehouden en van de ene locatie naar de andere was overgebracht. In antwoord op het verzoek van HaMoked om hem op te sporen, antwoordde het leger op 24 juni – toen de Gazaan zoals we nu weten in Israëlische hechtenis zat – dat er “geen aanwijzingen waren voor arrestatie of detentie”.
Al deze gevallen duiden op een systematisch onvermogen van de Israëlische strijdkrachten om de gevangenneming van mensen en hun omstandigheden tijdens hun gevangenneming te documenteren. Dit is in strijd met de Vierde Conventie van Genève, die onder meer de verplichting inhoudt om elke arrestatie van een beschermd persoon vast te leggen, en de verplichting om een informatiecentrum op te richten dat informatie verstrekt over gedetineerden, overleden personen en mensen die hun huis zijn kwijtgeraakt. Als het leger niet erkent dat het aan deze plichten gebonden is, is het aan de Hooggerechtshof om het leger te bevelen zich te houden aan het internationaal recht.
Blijf op de hoogte.Schrijf u in voor de maandelijkse nieuwsbrief: